Interesten verschuldigd in het kader van een gerechtelijke procedure

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Interesten verschuldigd door de kinderbijslaginstelling

Twee situaties zijn mogelijk.

Geschil over het recht op gezinsbijslag dat door de kinderbijslaginstelling geweigerd is

De sociaal verzekerde betwist de beslissing van de kinderbijslaginstelling die zijn aanvraag om gezinsbijslag afwees.

Als een definitieve rechterlijke beslissing hem in het gelijk stelt en de administratieve beslissing tot weigering annuleert,

Vonnis dat, onder voorbehoud van de wettelijke mogelijkheden tot beroep, beslist over een geschil, ontslag geeft aan de rechter en kracht van gewijsde heeft.

  zijn ambtshalve interesten verschuldigd vanaf de datum waarop de uitkering die volgens de uitspraak van de rechter verschuldigd is,

Zonder daartoe aangemaand te zijn.

 opeisbaar is.

De datum waarop de uitkering betaald moet worden.

Er zijn echter nooit interesten verschuldigd op uitkeringen voor periodes vóór de datum van de aanvraag aan de kinderbijslaginstelling.

De gezinsbijslag is namelijk verschuldigd na aanvraag en dus kan geen sprake zijn van opeisbaarheid van een uitkering die niet aangevraagd is.

Voorbeeld:

 
  • Op 15 maart vraagt de heer X een kinderbijslagtoeslag aan voor zijn kind met een handicap.
  • Op 21 mei wijst de kinderbijslaginstelling de aanvraag af.
  • Op 14 juni gaat de heer X in beroep bij de rechtbank.
  • Op 8 december annuleert de arbeidsrechtbank de weigering van de administratie en oordeelt ze dat voor het kind een toeslag verschuldigd is wegens de gevolgen van de aandoening waardoor het sinds 1 januari getroffen is.
  • Berekening van de interesten:
    • Voor de maanden januari en februari, die vóór de maand van aanvraag (maart) vallen, is geen interest verschuldigd.
    • Op de toeslag voor maart is interest verschuldigd vanaf 30 april
    • Op de toeslag voor april is interest verschuldigd vanaf 31 mei, op die voor mei vanaf 30 juni, enz. tot de uitbetaling

Geschil over de betaling van interesten omdat te laat beslist is gezinsbijslag toe te kennen

De sociaal verzekerde betwist dat hem geen interesten betaald worden of vraagt meer interesten dan hij ontving nadat te laat beslist is gezinsbijslag toe te kennen.
Als een definitieve rechterlijke beslissing hem in het gelijk stelt en de kinderbijslaginstelling veroordeelt tot het betalen van (hogere) interesten, moet die instelling zich aan dat vonnis houden.

Vonnis dat, onder voorbehoud van de wettelijke mogelijkheden tot beroep, beslist over een geschil, ontslag geeft aan de rechter en kracht van gewijsde heeft.

Interesten verschuldigd door de sociaal verzekerde

Een bijslagtrekkende/rechthebbende die schuldig gebleken is aan fraude, bedrog of frauduleuze handelingen om een uitkering ten onrechte te ontvangen,

misleiding

 kan bij de terugvordering van die bedragen aan de kinderbijslaginstelling interesten moeten betalen tegen de wettelijke rentevoet, vanaf de datum van de onterechte betaling.

De wettelijke interestvoet wordt elk jaar gepubliceerd in het Belgische Staatsblad in januari, door het algemeen bestuur van de Schatkist van de Federale Overheidsdienst Financiën.

Art. 2 § 1 Wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen interest

Die interesten zijn ambtshalve verschuldigd.

Zonder daartoe aangemaand te zijn.

Voor de aangerekende interesten is de verjaring na vijf jaar van toepassing.

Art. 21 HVS - Wet van 11 april 1995 tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde

Top