Verzaking bij collectieve schuldenregeling zonder fraude van de schuldenaar

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Situatie

Moet een minnelijke regeling worden aanvaard indien de schuldenaar geen kennelijke fraude gepleegd heeft, aangezien een dergelijke beslissing zou betekenen dat schuldenaars met een collectieve schuldenregeling milder zouden worden behandeld dan die zonder collectieve schuldenregeling die om hun schulden (gedeeltelijk) te laten kwijtschelden te goeder trouw moeten zijn?

Advies

Het is niet te rechtvaardigen dat schuldenaars verschillend behandeld worden naargelang ze al dan niet in een collectie schuldenregelingprocedure verwikkeld zijn.

In principe moet de kinderbijslaginstelling bij gebrek aan goede trouw van de sociaal verzekerde op het moment van de betaling, weigeren te verzaken aan de terugvordering van het onverschuldigd bedrag.

Er moet geen onderscheid worden gemaakt naargelang er al dan niet duidelijk sprake is van fraude.

Rechtvaardiging

Als er wordt vastgesteld dat de financiële toestand onzeker is, verzaakt de kinderbijslaginstelling enkel aan een onverschuldigd bedrag wanneer de sociaal verzekerde te goeder trouw was bij de betaling van het onverschuldigd bedrag.

Art. 91/1 AKBW

Art. 22, wet van 11 april 1995

Top