Onderverdeling van onverschuldigde bedragen

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

De onverschuldigde bedragen worden in drie categorieën onderverdeeld (A, B of C) naargelang de sociaal verzekerde al dan niet verantwoordelijk is voor de onverschuldigde betaling.

Die onderverdeling is nodig om het volgende te bepalen:

  • of een onverschuldigd bedrag al dan niet dient te worden teruggevorderd
  • de verjaringstermijn die van toepassing is (3 of 5 jaar)

EN

  • het percentage op de ambtshalve inhoudingen. Indien deze inhoudingen mogelijk zijn, zullen ze worden uitgevoerd om het onverschuldigde bedrag terug te vorderen op de toekomstige kinderbijslag (van 10% tot 100% op de te betalen kinderbijslag).

Art. 1410 van het Gerechtelijk Wetboek

CO 1402 van 26 februari 2015

Er moet dus eerst worden bepaald bij welke categorie het onverschuldigde bedrag hoort.

De drie mogelijke categorieën zijn: "debet A", "debet B" of "debet C".

Debetten A: fout van de kinderbijslaginstelling en de bijslagtrekkende is te goeder trouw

Om bij deze categorie te behoren moeten de volgende twee voorwaarden samen vervuld zijn:

  • het onverschuldigde bedrag is het gevolg van een materiële fout of een rechtsfout van een kinderbijslaginstelling.
  • Ofwel heeft de kinderbijslaginstelling geen rekening gehouden met de feitelijke gegevens die zij ter beschikking had (bv.: de instelling bleef kinderbijslag betalen terwijl de sociaal verzekerde had laten weten dat het kind geen onderwijs meer volgde);
    De foute beslissing moet door de betaalinstelling of door een andere kinderbijslaginstelling genomen zijn.
    Als een instelling die geen kinderbijslaginstelling is de foute beslissing genomen heeft, wordt het onverschuldigde bedrag niet als een debet A beschouwd.
    Het onverschuldigde bedrag wordt evenmin als een debet A beschouwd als de instelling het gegeven verwerkt heeft binnen 30 kalenderdagen na de ontvangsdatum.
    Inzake de verwerking van de elektronische informatiefluxen, situeert de ontvangstdatum zich 7 dagen na de datum van de verwerking van de informatie door de Kruispuntbank (KSZ).
  • Ofwel heeft de kinderbijslaginstelling geen rekening gehouden met een rechtsregel (bv.: de instelling heeft kinderbijslag betaald voor een kind dat ouder is dan 25 jaar).
  • bij de betaling moet de bijslagtrekkende te goeder trouw zijn.

Of iemand te goeder trouw is, wordt geval per geval bekeken.

De sociaal verzekerde kan als te goeder trouw worden beschouwd als hij niet wist of niet had moeten weten dat hij geen recht had op (een deel van) de betaling.

Zo kan hij beschouwd worden als te goeder trouw indien:
- hij alle nuttige informatie voor zijn dossier heeft doorgestuurd;
- er geen andere elementen bestaan eigen aan het dossier die toelaten dat vermoeden in vraag te stellen.

Om te beoordelen of een sociaal verzekerde te goeder trouw is, moet de situatie vanuit het standpunt van een gewoon voorzichtige en zorgvuldige sociaal verzekerde bekeken worden en niet vanuit het standpunt van de sociaal verzekerde in kwestie.

Om te beoordelen of een sociaal verzekerde te goeder trouw is, moet de kinderbijslaginstelling dus geen rekening houden met de gezondheidstoestand, de talenkennis of een eventuele mentale achterstand van de sociaal verzekerde in kwestie.

De verjaring is onmiddellijk voor de debetten A.

Voor dit type debetten is er geen terugvordering mogelijk door de kinderbijslaginstelling die er de financiële last van zal dragen (tenlastelegging van het reservefonds).

Debetten B: geen fout van de kinderbijslaginstelling ten opzichte van een bijslagtrekkende die te goeder trouw is en geen betaling in de plaats van een andere kinderbijslaginstelling

De "debetten B" zijn onderverdeeld in drie categorieën met diverse gevolgen voor de verjaringstermijnen en de in te houden percentages:

1. debet B wegens fraude,
2. debet B wegens nalatigheid of verzuim,
3. debet B dat niet te wijten is aan een van de hierboven vermelde redenen en dat ook geen debet A of volledig een debet C is.

Debet B wegens fraude

Men spreekt van fraude bij frauduleuze handelingen of gelogen of opzettelijk onvolledige verklaringen om kinderbijslag te krijgen waarvan men weet dat men er geen recht op heeft.

Er zijn drie soorten situaties waarin de debiteur fraude pleegt:

  • frauduleuze handelingen = positieve handelingen zoals een officieel attest vervalsen of iemands handtekening nabootsen op het einde van een verklaring,
  • gelogen verklaringen = gegevens meedelen waarvan de aangever weet dat ze niet met de waarheid stroken,
  • bewust onvolledige verklaringen = de aangever deelt, ofwel via een aanvraag- of controleformulier, ofwel bij een situatiewijziging, een belangrijk gegeven niet mee aan de kinderbijslaginstelling, en verbergt zo volledig bewust een deel van de waarheid om een sociaal voordeel te krijgen.

De verjaringstermijn van een "debet B" wegens fraude is 5 jaar.

De kinderbijslaginstelling kan maandelijks 100% van de toekomstige door zichzelf of een andere kinderbijslaginstelling betaalde maandelijkse kinderbijslag terugvorderen: men spreekt dan van sectoriële terugvordering.

Binnen de kinderbijslagsector.

De kinderbijslaginstelling mag de sociaal verzekerde ook vragen om zelf bijkomende betalingen te doen voor de vlotte terugvordering van een groot onverschuldigd bedrag of als binnenkort het recht op kinderbijslag waarschijnlijk definitief zal eindigen.

Art. 1410 van het Gerechtelijk Wetboek

Debet B door nalatigheid of verzuim

Men spreekt van nalatigheid of verzuim als de rechthebbende of de bijslagtrekkende gegevens die invloed hebben op de kinderbijslag niet meegedeeld heeft aan de kinderbijslaginstelling en:

  • het niet gaat om de 9 wettelijke gegevens die in het Rijksregister van de natuurlijke personen kunnen worden geraadpleegd. De sociaal verzekerde moet de wijzigingen van die gegevens pas niet meer meedelen als hij alle nodige stappen heeft ondernomen bij de gemeente om ervoor te zorgen dat het RNP wordt aangepast.

De hieronder vermelde 9 wettelijke gegevens en de opeenvolgende wijzigingen ervan kunnen worden opgevraagd voor alle effectieve of potentiële rechthebbenden, bijslagtrekkenden of rechtgevende kinderen op kinderbijslag die in het Rijksregister van de natuurlijke personen zijn ingeschreven.

1. naam en voornamen,
2. geboorteplaats en -datum,
3. geslacht,
4. nationaliteit,
5. hoofdverblijfplaats,
6. plaats en datum van overlijden,
7. beroep,
8. burgerlijke staat,
9. gezinssamenstelling.

  • op een periodiek document vermeld staat dat de ondertekenaar zijn kinderbijslaginstelling moet inlichten bij wijziging van de in het document beschreven situatie.

De verjaringstermijn van een "debet B" wegens nalatigheid of verzuim is 3 jaar.

De kinderbijslaginstelling kan maandelijks 10% tot 100% van de toekomstige door haarzelf of een andere kinderbijslaginstelling betaalde maandelijkse kinderbijslag terugvorderen: men spreekt dan van sectoriële terugvordering.

Binnen de kinderbijslagsector.

Om het percentage (of het vast bedrag) van de inhoudingen in een bepaald geval te bepalen moet rekening gehouden worden met de sociale context, het onverschuldigd bedrag en de waarschijnlijke duur van de terugvordering.

De kinderbijslaginstelling mag de sociaal verzekerde vragen om zelf bijkomende betalingen te doen voor de vlotte terugvordering van een groot onverschuldigd bedrag of als binnenkort het recht op kinderbijslag waarschijnlijk definitief zal eindigen.

Art. 1410 van het Gerechtelijk Wetboek

MO 432 van 22 augustus 1984

Informatienota 2000/02 van 30 november 2000

Debet B niet te wijten aan fraude of nalatigheid en dat ook geen debet A of niet helemaal een debet C is

Voorafgaande opmerking: men spreekt van een debet C als kinderbijslag betaald is door een kinderbijslaginstelling terwijl die betaald moest worden door een andere instelling zoals een andere kinderbijslagregeling (zelfstandigenregeling voor 1 juli 2014 en Defensie voor 1 september 2014, europese of internationale instelling).

Het gaat om een debet B in de volgende twee situaties:

  • ofwel is het onverschuldigde bedrag te wijten aan een fout van de instelling maar kan de debiteur niet als te goeder trouw beschouwd worden

Voorbeeld

Door een technische fout van de kinderbijslaginstelling is het kraamgeld twee maal betaald.

De sociaal verzekerde had, rekening houdend met de aard van de betaling (dubbele betaling van het kraamgeld terwijl het niet om een meerling gaat) moeten weten dat hij geen recht had op dubbel kraamgeld.

Het gaat dus om een "debet B".

  • ofwel is de onverschuldigde betaling niet te wijten aan een fout van de kinderbijslaginstelling en ook niet aan nalatigheid of verzuim van de sociaal verzekerde (niet te vermijden fout).

Voorbeeld

Een jongere studeert af op 30 juni 2011.

De zomervakantie begint op 1 juli 2011 en eindigt op 30 september 2011.

Hij schrijft zich niet in als werkzoekende.

Op 11 augustus 2011 begint de jongere voltijds te werken.

De sociaal verzekerde deelt dat onmiddellijk aan zijn kinderbijslaginstelling mee.

De betalingen worden opgeschort vanaf 1 augustus 2011.

Bij ontvangst van het DmfA-bericht van het derde kwartaal blijkt dat de jongere meer dan 240 uren gewerkt heeft in dat kwartaal.

Zijn recht op kinderbijslag eindigt bijgevolg op 30 juni 2011.

De kinderbijslag voor juli is niet verschuldigd en moet worden teruggevorderd.

Het onverschuldigd bedrag is echter niet te wijten aan een fout van de kinderbijslaginstelling en ook niet aan nalatigheid of verzuim van de sociaal verzekerde.

Het gaat om een "debet B".

De verjaringstermijn van debetten B die niet te wijten zijn aan fraude of nalatigheid en die geen debet A of volledig een debet C zijn, is 3 jaar.

De kinderbijslaginstelling kan maandelijks 10% van de toekomstige door haarzelf of een andere kinderbijslaginstelling betaalde maandelijkse kinderbijslag terugvorderen: men spreekt dan van sectoriële terugvordering.

Binnen de kinderbijslagsector.

De kinderbijslaginstelling mag echter de sociaal verzekerde vragen om zelf bijkomende betalingen te doen voor de vlotte terugvordering van een groot onverschuldigd bedrag of als binnenkort een recht op kinderbijslag waarschijnlijk definitief zal eindigen.

Debetten C: onverschuldigd bedrag in de plaats van een andere kinderbijslaginstelling

Het gaat om bedragen die de kinderbijslaginstelling onverschuldigd heeft betaald in de plaats van een andere kinderbijslaginstelling.

Opgelet: Tussen instellingen die deel uitmaken van de nationale verdeling moeten geen regularisaties worden uitgevoerd.

Vanaf 1 juli 2014 dient er geen enkele boekhoudkundige regularisatie tussen de stelsels meer te gebeuren, met inbegrip van de periodes voor deze datum.

Er zijn evenwel twee uitzonderingen op deze regel:
- regularisaties voor periodes voor 1 juli 2014 met sociale verzekeringsfondsen voor de zelfstandigenregeling;
- regularisaties voor periodes voor 1 september 2014 met Defensie.

Dit type debet behelst eveneens een debet in de plaats van een europese instelling (EER en Zwitserland) of een internationale instelling.

Er is geen verjaringstermijn voor debetten C. 

Voorbeeld

Bij provisionele betalingen betaalt een instelling voort tot de volgende instelling de betalingen doet.

Voorlopige betalingen tot de nieuwe bevoegde instelling het recht voor haar rekening neemt.

 

Men spreekt dan van een onverschuldigd bedrag in de plaats van een andere instelling.

De kinderbijslag die in de plaats van een andere instelling betaald wordt, is niet altijd dezelfde: het bedrag dat door de bevoegde instelling werkelijk verschuldigd is kan hoger of lager zijn.

Instelling A kan immers een bijslag (bv. toeslag voor éénoudergezinnen) in de plaats van instelling B betaald hebben terwijl die bijslag niet betaald moest worden.

Indien de bijslag onterecht betaald werd, betaalt betaalinstelling B het basistarief terug aan instelling A (= onverschuldigd bedrag C).

De onterecht betaalde bijslag is echter een debet A of B dat instelling A moet terugvorderen van de sociaal verzekerde.

Debetten C: onverschuldigde bedragen ingevolge onjuiste of onvolledige gegevens

Als een instelling via een brevet of via een flux Yter, onjuiste of onvolledige gegevens aanlevert, die aanleiding geven tot een onverschuldigde betaling, draagt die instelling de verantwoordelijkheid voor die fout.

De instelling die verkeerdelijk betaalde stelt een debet type C vast en nodigt de andere kinderbijslaginstelling uit om de terugbetaling onmiddellijk te doen.

De oorspronkelijke instelling stelt een debet type A vast en staat in voor de terugbetaling.

Dienstbrief 996/91 van 31 maart 2009

Top