Voorwaarden voor de verhoogde wezenbijslag

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Als één van de ouders overlijdt

  • moet een recht op gewaarborgde gezinsbijslag worden toegekend of
  • moet er een potentieel recht op gewaarborgde gezinsbijslag zijn.
Alle voorwaarden om het recht te verkrijgen zijn vervuld, ook al heeft de sociale bijslagtrekkende geen aanvraag ingediend.

Dat (toegekend of potentieel) recht kan om het even welke potentiële rechthebbende betreffen.

Voor 1 oktober 2007 moest het recht door enkel de moeder of de vader aangevraagd zijn (en moesten de voorwaarden vervuld zijn) als één van de ouders overleed.

De overlevende vader of moeder mag niet hertrouwd of getrouwd zijn en mag geen feitelijk gezin vormen

Indien dat zo is, heeft het weeskind enkel recht op de gewone gewaarborgde gezinsbijslag (met eventueel toeslagen zoals de leeftijdstoeslag, jaarlijkse toeslag, sociale toeslag).

De verhoogde wezenbijslag kan opnieuw worden toegekend als de overlevende ouder scheidt of niet langer een feitelijk gezin vormt.
Hij kan dan worden toegekend vanaf de eerste dag van de maand na de scheiding.

De verhoogde wezenbijslag kan worden toegekend vanaf de maand na het overlijden van één van de ouders

Dat bedrag wordt betaald tot het einde van de maand waarin de gebeurtenis valt waardoor dat bedrag niet meer toegekend wordt.

Voorbeelden: het kind stopt met studeren, einde van de wachttijd, de overleden ouder trouwt enz.
Top