Verplichting van een aanvraag

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Voorwaarden

Een individuele ministeriële afwijking in behartenswaardige gevallen dient aangevraagd te worden.

De bevoegde minister beslist in een individueel, via een kinderbijslaginstelling, voorgelegd geval of er kinderbijslag in het stelsel van de AKBW of van de gewaarborgde gezinsbijslag kan toegekend worden
Gezinnen of personen die geen aanspraak kunnen maken op kinderbijslag in enig kinderbijslagdossier en waarvan de bevoegde minister oordeelt dat zij individueel of per categorie recht hebben op kinderbijslag in het stelsel van de AKBW of de gewaarborgde gezinsbijslag

De aanvraag gebeurt aan de hand van een specifieke vragenlijst, opgesteld door de Federale Overheidsdienst Sociale zaken en te ondertekenen door de belanghebbende sociaal verzekerden.

Naargelang het artikel van de AKBW of de Wet Gewaarborgde gezinsbijslag op basis waarvan de individuele ministeriële afwijking wordt aangevraagd, is er een aparte vragenlijst opgesteld.

De aanvraag om individuele ministeriële afwijking wordt gericht aan:

Federale Overheidsdienst sociale zekerheid
Directie-generaal Sociaal Beleid
Dienst Regelgeving
Administratief Centrum Kruidtuin
Finance Tower
Kruidtuinlaan 50 bus 115
1000 Brussel

De blanco specifieke vragenlijsten zijn verkrijgbaar bij de Federale Overheidsdienst Sociale zaken op bovenstaand adres of rechtstreeks via de betrokken Kinderbijslaginstelling, (nog) niet via de website van de FOD Sociale zekerheid FOD - nieuws, publicaties, wetgeving.

Controlemiddelen

Het gevolg dat door de bevoegde minister wordt gegeven aan de aanvraag tot individuele afwijking aan de hand van de specifieke vragenlijst wordt schriftelijk aan de belanghebbende sociaal verzekerden en de betrokken kinderbijslaginstelling meegedeeld.

Algemene kinderbijslagwet

  • Artikel 51 § 4 1ste lid: ontbreken van de vereiste band van verwantschap tussen rechthebbende en rechtgevend kind


  • Artikel 52, 2de lid: kind dat in het buitenland is geboren, wordt opgevoed of lessen volgt


  • Artikel 57bis, 2de lid: individuele ministeriële afwijking op voorwaarde minstens 6 forfaitaire bijslagen indien minstens één maandelijkse forfaitaire bijslag krachtens de AKBW in de loop van de 5 jaar die de verlating (artikel 55, 4de lid AKBW), de ongeschiktheid,(artikel 56 §1, 1ste lid, 3° AKBW) het overlijden van een ouder,(artikel 56bis,§1 AKBW) het overlijden van de persoon die recht geeft op een weduwenpensioen (artikel 56quater, 1ste lid,2° AKBW), de detinering, (artikel 56 decies AKBW), het vervroegd pensioen ten laste van de RTBF,(artikel 56 undecies, 2de lid AKBW) een toelage betreffende een verlof ter voorbereiding van de opruststelling ten laste van de NMBS (artikel 56 undecies, 2de lid AKBW) of een rustpensioen (artikel 57, 2de lid AKBW voorafgaan)



  • Artikel 73ter, 2e lid: toekenning kraamgeld in behartenswaardige gevallen, bij individuele ministeriële afwijking als de voorwaarden van artikel 73 bis AKBW niet vervuld zijn



    Aanvraag om afwijkoing voor het bekomen van kraamgeld voor een kind dat op het ogenblik van de geboorte geen aanspraak kan maken op kinderbijslag

  • Art. 73quater § 3, 1ste lid



Wet gewaarborgde gezinsbijslag

Op grond van artikel 2, 2de lid Wet van 20 juli 1971 tot instelling van de Gewaarborgde gezinsbijslag kan de bevoegde minister in individuele behartenswaardige gevallen afwijken van de voorwaarde dat

  • de persoon die een kind uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste heeft werkelijk en ononderbroken in België verbleef gedurende ten minste de laatste vijf jaar die de inleiding van de aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag voorafgaan (artikel 1, zesde lid Wet 20 juli 1971 tot instelling van De Gewaarborgde gezinsbijslag)
  • en/of ket kind waarvoor gewaarborgde gezinsbijslag wordt gevraagd werkelijk in België verblijft.
Top