Stuiting van de verjaringstermijn van een recht op gezinsbijslagen

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Wijzen van stuiting

De verjaringstermijn wordt gestuit door een dagvaarding voor het gerecht, een bevel tot betaling, een beslag, een schulderkenning van de schuldenaar, een aanvraag of een klacht.

Stuiting betekent dat de verjaringstermijn gestopt wordt en dat een nieuwe termijn begint te lopen.

Een aanvraag of een klacht kan gedaan worden via gewone brief, fax of e-mail bij de bevoegde kinderbijslaginstelling of door de neerlegging van een dergelijke aanvraag of klacht bij die instelling.

Binnen de geldende administratieve praktijk wordt algemeen aangenomen dat het versturen van ingevulde formulieren de verjaring stuit, waardoor de rechten van de betrokkene op dat vlak worden gevrijwaard.

Een gerechtelijk beroep waarbij een socialezekerheidsinstelling betrokken is, stuit de facto de verjaring van vorderingen op het vlak van kinderbijslag, voor zover die vorderingen hun grondslag vinden in de erkenning van het recht waarover het geschil gaat dat over een bepaalde periode door het gerecht wordt onderzocht.

Voorbeeld:

Een beroep tot nietigverklaring van een beslissing van het ziekenfonds die het einde van de ongeschiktheid bepaalt, stuit de verjaring met betrekking tot de aanvraag voor de toeslagen op de kinderbijslag.

Datum van de stuiting

Gewone brief, fax, e-mail, of neerlegging.

-> De nieuwe verjaringstermijn vangt aan op de datum van het ontvangstbewijs.

Aangetekende brief

-> De nieuwe verjaringstermijn vangt aan op de datum van de poststempel.

Voor een aanvraag of klacht bij een onbevoegde Belgische instelling van sociale zekerheid

-> Als de aanvraag of klacht toekomt bij een onbevoegde Belgische instelling van social zekerheid, vindt de stuiting plaats op de datum van de aangetekende brief of de datum van het ontvangstbewijs dat de onbevoegde instelling aan de bevoegde instelling overmaakt.

Art. 120 AKBW

Art. 2244 Burgerlijk Wetboek tot Art. 2248 Burgerlijk Wetboek

CO 1335 van 11 februari 2002

 

 

 

Top