Niet-terugvorderbare onterecht uitgekeerde bedragen bij fout van de instelling in het voordeel van de bijslagtrekkende die te goeder trouw is (debetten A)

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Voorwaarden

  • De onverschuldigde betaling vloeit voort uit een juridische of materiële vergissing van de kinderbijslaginstelling;
  • én de bijslagtrekkende is te goeder trouw.
De bijslagtrekkende wist niet of kon niet weten dat hij geen recht (meer) had op de uitgekeerde bijslag, geheel of gedeeltelijk.

Controlemiddelen

Juridische of materiële fout bij de beslissing tot toekenning

Juridische of rechtsfout

De kinderbijslaginstelling heeft de relevante rechtsregel niet (correct) toegepast.

Materiële of feitelijke fout

De kinderbijslaginstelling heeft per vergissing geen rekening gehouden met de feitelijke toestand.

Er is maar sprake van een fout door de instelling tegenover de feitelijke situatie vanaf het moment dat die situatie bekend was bij de instelling of ze als bekend beschouwd moest worden.

Dat veronderstelt:

  • dat de sociaal verzekerde de gegevens die hij moest leveren in het raam van het onderzoek naar zijn recht op gezinsbijslag volledig en exact heeft meegedeeld aan de uitbetalingsinstelling.

De sociaal verzekerde is verplicht uit eigen beweging elk element te melden dat zijn recht op gezinsbijslag kan beïnvloeden. In dat kader is hij ook verplicht exact te antwoorden op vragen (o.a. via de standaardformulieren) die de kinderbijslaginstelling tot hem richt.

Zowel de rechthebbende als de bijslagtrekkende moet de kinderbijslaginstelling inlichten van elk element dat een weerslag kan hebben op het recht op gezinsbijslag.

 

Ze zijn echter niet verplicht gegevens door te sturen die via de fluxen ter beschikking staan van de instellingen.

Als de kinderbijslaginstelling ten onrechte gezinsbijslag uitkeert omdat ze niet beschikte over gegevens die de sociaal verzekerde moest meedelen (uit eigen beweging of op vraag van de instelling), dan gaat het niet om een situatie waarin de onterecht uitgekeerde bedragen niet teruggevorderd kunnen worden.

  • dat de uitbetalingsinstelling beschikte over exacte gegevens in het bezit van of meegedeeld door derden.

De evaluatiefout moet gemaakt zijn door de instelling die besliste de gezinsbijslag toe te kennen.
Als de instelling een fout beging door onjuiste informatie, geleverd door een andere instelling van sociale zekerheid of door iedere andere derde, dan gaat het niet om een situatie waarin de  onterecht uitgekeerde bedragen niet teruggevorderd kunnen worden.

Men gaat ervan uit dat de diverse instellingen die kinderbijslag betalen krachtens de Algemene Kinderbijslagwet (privé- en overheidssector) één en dezelfde gemeenschap vormen. Bijgevolg kan een uitbetalingsinstelling van kinderbijslag nooit worden beschouwd als een derde
  • dat de uitbetalingsinstelling over de nodige termijn beschikte om de ontvangen informatie te verwerken.

De instelling moet over een redelijke termijn beschikken om de relevante gegevens die ze ontving te verwerken.

Welke gegevens wordt de instelling geacht te bezitten en te verwerken binnen de opgelegde termijnen?
Het gaat om alle gegevens waarover ze beschikt, met naleving van de werkprocedures, die gedefinieerd zijn conform de administratieve onderrichtingen die gelden voor het vaststellen van het recht en de berekening van het te betalen bedrag.

Die termijn bedraagt 30 kalenderdagen vanaf de datum van ontvangst van de informatie.

Voor elektronische fluxen valt de datum van ontvangst van de informatie 7 dagen na de datum van verwerking van de informatie door de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ).

Is de termijn verstreken, dan moet men ervan uitgaan dat de informatie beschikbaar was, maar de instelling er per vergissing geen gebruik van gemaakt heeft. In dat geval kan het onterecht uitgekeerde bedrag niet meer teruggevorderd worden.

Goede trouw van de bijslagtrekkende bij de betaling

De sociaal verzekerde die ten onrechte gezinsbijslag ontving door een fout van de kinderbijslaginstelling is verplicht dat bedrag terug te betalen als hij wist of moest weten dat hij er geen recht op had.

Een sociaal verzekerde is niet te goeder trouw als hij:

  • frauduleuze handelingen pleegde of valse of bewust onjuiste verklaringen aflegde.
  • beschikte over informatie die de correctheid weerlegt van de ten onrechte genomen beslissing tot toekenning (vb. controleformulieren met preciseringen over een bepaalde situatie die de sociaal verzekerde kende).
  • als uit de aard van de betaling blijkt dat het onmogelijk is dat de sociaal verzekerde niet op de hoogte was van het onverschuldigde karakter van de betaling (vb. dubbele betaling van eenzelfde bedrag aan kinderbijslag voor eenzelfde periode; kennisgeving van een sociale toeslag terwijl de rechthebbende zich niet in een dergelijke situatie bevindt,...).

Of de bijslagtrekkende / debiteur te goeder trouw is, moet geval per geval beoordeeld worden.

 

Indien de voorwaarden niet vervuld zijn

Het onterecht uitgekeerde bedrag kan wel teruggevorderd worden.

Art. 17 HSV

Art. 120bis AKBW

CO 1393 van 19 september 2013

CO 1402 van 26 februari 2015

Top