Procedure van het onderzoek van het recht door de bevoegde instelling

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Mechanisme

De volgende instelling (fonds " B ") moet na een aanvraag (aanvraag van de betrokkene of informatie van haar lid):

  1. de oorspronkelijke instelling opzoeken;
  2. een brevetaanvraag naar die instelling " A " versturen;
  3. inlichtingen geven over het recht op basis van de gegevens in haar bezit en op basis van de via het brevet van rechthebbende verstuurde gegevens.

Als de oorspronkelijke instelling (fonds " A ") wordt ingelicht over een bevoegdheidswijziging, moet ze:

  1. het fonds van de nieuwe voorrangsgerechtigde rechthebbende opzoeken;
  2. via een brevet de gegevens waarover ze beschikt ambtshalve versturen naar de instelling van die nieuwe rechthebbende (instelling " B ");
  3. provisioneel betalen zolang instelling " B " de betalingen niet heeft overgenomen.

Verzenden van het brevet van rechthebbende

Brevet verstuurd na een aanvraag

  • Brevetaanvraag

Het gaat om de door instelling " B " naar instelling " A " verstuurde aanvraag waarbij instelling " B " instelling " A " vraagt om een brevet te bezorgen.

Voorbeeld

Een instelling " B " onderzoekt een door een sociaal bijslagtrekkende ingediende nieuwe aanvraag om kinderbijslag en stelt vast dat ze bevoegd is vanaf een bepaalde datum. Als gevolg van die aanvraag raadpleegt ze het Kadaster of contacteert ze de dienst Monitoring van FAMIFED per telefoon of schriftelijk en stelt ze vast dat een instelling " A " al haar bevoegdheid uitoefent voor dezelfde kinderen. De instelling " B " verstuurt een brevetaanvraag naar instelling " A ".
  • Versturen van het brevet van rechthebbende

Het gaat om het versturen van het ingevulde brevet door instelling " A " naar instelling " B ". Daardoor moet instelling " A " niet langer provisioneel betalen.

Ambtshalve verstuurd brevet

  • Versturen van het ambtshalve brevet

Als instelling " A " beschikt over elementen waaruit blijkt dat instelling " B " bevoegd is, moet die ambtshalve een ingevuld brevet naar instelling " B " sturen. Dat betekent niet dat instelling " A " niet langer eventueel provisioneel moet betalen.

Als een provisionele betaling mogelijk is, kan geen datum van einde betaling vermeld worden. Instelling " A " moet immers op de kwitantie wachten om de betalingen stop te zetten. Als een provisionele betaling daarentegen niet mogelijk is, moet instelling " A " een datum van einde betaling op het brevet vermelden en moet instelling " B " geen kwitantie versturen.

Voorbeeld

Een instelling " A " die de kinderbijslag betaalt voor een gezin ontvangt informatie (wijziging van werkgever bijvoorbeeld) op basis waarvan een andere kinderbijslaginstelling " B " vanaf een bepaalde datum bevoegd wordt. Zodra instelling " A " beschikt over elementen die de bevoegdheid van instelling " B " bevestigen, stuurt ze ambtshalve een brevet naar instelling " B " waarop ze de redenen voor de wijziging vermeldt.
  • Kwitantie

Als instelling " B " een ambtshalve brevet ontvangt, moet ze een kwitantie versturen naar instelling " A " (enkel als instelling " A " geen datum van einde betaling vermeld heeft).

Voorbeeld

Instelling " B " heeft een ambtshalve brevet van instelling " A " ontvangen. Ze stuurt dus een kwitantie naar instelling " A " om die ervan op de hoogte te brengen dat ze de betalingen vanaf een bepaalde datum overneemt.

Door die kwitantie moet instelling " A " definitief niet langer provisioneel betalen. Instelling " A " moet echter betalen voor de maand waarin de kwitantie werd verstuurd.

Aanvullend brevet

Als een instelling in het bezit komt van een element dat een instelling " A " of " B " zou kunnen interesseren, stuurt die een aanvullend brevet om die instelling ervan op de hoogte te brengen. Het gaat hier niet om de gegevens die via de fluxen of via het RNP ontvangen worden.

Voorbeeld

Instelling " A " ontvangt een vragenlijst P7 en bezorgt de elementen via een aanvullend brevet aan instelling " B ".

Verzendtermijnen en datum waarop die termijnen ingaan

De brevetaanvraag, het brevet, de kwitantie en het aanvullend brevet moeten binnen een maand verstuurd worden. Als de laatste dag van een maand in een weekend valt of een feestdag is, moet het brevet de dag voor de feestdag of het weekend bezorgd worden.

Als het element dat zorgt voor het verzenden van het brevet een elektronische flux is, is de verzendtermijn een maand en zeven dagen vanaf de behandeldatum door de KSZ.

Datum waarop de termijn voor het versturen van de brevetaanvraag ingaat

De termijn om de brevetaanvraag te verzenden begint te lopen op de dag waarop instelling " B ", die in het bezit van een geldige aanvraag is, beschikt over elementen op basis waarvan instelling " A " bepaald kan worden. De datum waarmee rekening gehouden moet worden is die van de poststempel van het fonds bij ontvangst van de brief of de datum van het fluxbericht dat nodig is om de instelling te bepalen.

Voorbeeld

Als een instelling op 6 februari 2013 over een geldige aanvraag beschikt en instelling " A " kan bepalen, stuurt ze uiterlijk op 5 maart 2013 een brevetaanvraag naar die instelling.

Datum waarop de termijn voor het versturen van het brevet ingaat

De termijn voor het versturen van het brevet gaat in:

  • Verzending op aanvraag: op de dag dat instelling " A " de brevetaanvraag van instelling " B " ontvangt.
    Voorbeeld: Als instelling " A " op 4 april 2013 een brevetaanvraag ontvangt, bezorgt ze uiterlijk op 3 mei 2013 een ingevuld brevet.

  • Verzending na een ambtshalve verzending: op de dag dat instelling " A " informatie ontvangt die erop wijst dat een andere instelling met zekerheid bevoegd is.
    Voorbeeld: Op 31 augustus 2013 stelt instelling " A " vast dat fonds " B " bevoegd is. Het brevet moet dus uiterlijk op 30 september 2013 verstuurd worden.

Datum waarop de verzendtermijn van de kwitantie en de eventuele herinnering begint te lopen

De verzendtermijn voor de kwitantie of de eventuele herinnering begint te lopen vanaf de datum waarop het ambtshalve brevet is verstuurd.

Als geen kwitantie naar instelling " A " werd verstuurd binnen een maand na het versturen van het brevet moet die na het verstrijken van die termijn een herinnering naar instelling " B " sturen.

Voorbeeld:

Instelling " A " verstuurt het brevet op 1 maart 2013. Als instelling " A " tegen 31 maart 2013 geen kwitantie heeft ontvangen, moet op 1 april 2013 een herinnering verstuurd worden.

Datum waarop de termijn voor het versturen van het aanvullend brevet ingaat

De verzendtermijn van het aanvullend brevet is een maand vanaf de dag waarop het nieuwe element wordt ontvangen. Als de laatste dag van een maand in een weekend valt of een feestdag is, moet het brevet de dag voor de feestdag of het weekend bezorgd worden.

Voorbeeld

Instelling "A" ontvangt op 10 oktober 2013 een vragenlijst P7. Uiterlijk tegen 9 november 2013 bezorgt ze de elementen ervan via een aanvullend brevet aan de volgende instelling.

Instelling die de kinderbijslag na de verzending van het brevet moet betalen

Brevet verstuurd na een aanvraag

Instelling " A ", die, na een aanvraag, het brevet aan instelling " B " bezorgt, moet de kinderbijslag betalen voor de maand waarin het brevet verstuurd is en moet op het brevet de datum van einde betaling vermelden (opgepast voor de trimestrialisering). Instelling " B " moet de betalingen overnemen vanaf de volgende maand.

Voorbeeld

Het brevet wordt op 1 maart 2013 door fonds "A" verstuurd. De kinderbijslag voor maart 2013 wordt op 8 april 2013 nog door fonds "A" betaald en die voor april en de daaropvolgende maanden wordt door fonds "B" betaald.

Ambtshalve verstuurd brevet

Door de kwitantie moet instelling "A" niet langer provisioneel betalen. Als die geen kwitantie ontvangt binnen de termijn (zie 1.3), moet ze een herinnering naar instelling "B" sturen.

Instelling "A" betaalt nog voor de maand waar de verzending van de kwitantie betrekking op heeft en instelling "B" begint te betalen vanaf de maand na de verzending van de kwitantie.

Voorbeeld

De kwitantie is op 1 maart 2013 verzonden. Op 10 april 2013 wordt de kinderbijslag voor maart nog door fonds " A " betaald.
Top