Wat is het automatisch onderzoek van het recht?

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Algemeen principe

Het automatisch onderzoek van het recht heeft als doel het nieuwe recht te laten onderzoeken dat verkregen wordt na een verandering van werkgever of van rechthebbende door het fonds dat de kinderbijslag betaalt (fonds A) voor rekening van het kinderbijslagfonds (fonds B) dat door die verandering bevoegd wordt.

Het automatisch onderzoek van het recht houdt in dat het oorspronkelijke kinderbijslagfonds de opvolging van het dossier in al zijn aspecten waarborgt, met inbegrip van de vaststelling en de betaling van een verhoogde schaal of de sociale toeslag.

De opvatting van dit automatisch onderzoek van het recht is gebaseerd op de toegang tot alle socioprofessionele en gezinsgegevens voor het kinderbijslagfonds dat het recht onderzoekt.

CO 1348 van 11 februari 2004

CO 1386 van 26 februari 2016


Dit beginsel is eveneens van toepassing voor de voorgaande periodes. Zo zal wanneer het recht voor een kind tijdens een voorgaande periode moet worden onderzocht, het laatste bevoegde fonds het onderzoek doen naar het recht van de rechthebbende of rechthebbenden tijdens die betrokken periode, zelfs als meerdere kinderbijslagfondsen betrokken zijn.

Door dit beginsel is het mogelijk

  • vertragingen in de betaling van de kinderbijslag te vermijden;
  • bijkomende opzoekingen die moeten gebeuren, te vermijden of te vermijden dat de betaling in beraad wordt gehouden, enkel en alleen om de bevoegde kinderbijslaginstelling te bepalen terwijl het recht op kinderbijslag vaststaat;
  • het onderzoek te vereenvoudigen door het aan één enkel kinderbijslagfonds toe te vertrouwen in plaats van er verschillende kinderbijslagfondsen bij te betrekken.

Dienstbrief 996/79 van 29 januari 2008


Wat moet het kinderbijslagfonds dat de kinderbijslag betaalt doen als het op de hoogte gebracht wordt van een verandering van werkgever, van socioprofessionele of van gezinstoestand?

Het oorspronkelijke fonds (fonds "A"):

Het kinderbijslagfonds dat de kinderbijslag betaalt of het laatste fonds dat de kinderbijslag betaald heeft.
  1. Belast zich met het onderzoek op basis van de nieuwe situatie, zelfs als het een onderzoek van de situatie van de rechthebbende betreft die bij het kinderbijslagfonds geen rechthebbende is
  2. Waarborgt de continuïteit van de betaling door een provisionele betaling
  3. Bepaalt het beginpunt van de tussenkomst van fonds "B"
  4. Richt aan fonds "B" een brevet van rechthebbende met zowel de samengevatte elementen van het dossier als de parameters van de verandering van bevoegdheid
  5. Betaalt nog de kinderbijslag voor de verzendingsmaand van het brevet van de rechthebbende

CO 1348 van 11 februari 2004

Wat moet het nieuw bevoegde kinderbijslagfonds doen?

Het volgende kinderbijslagfonds (fonds "B")

Het kinderbijslagfonds dat de betaling van de kinderbijslag overneemt
  1. ontvangt de gegevens van het oorspronkelijke fonds
  2. herneemt de betalingen voor de maand na de verzending van het brevet

CO 1348 van februari 2004

 


Aandachtspunten

Uitzonderingen op het automatisch onderzoek van het recht

1. Als de rechthebbende wijzigt:

Het oorspronkelijke fonds moet het recht voor fonds B niet onderzoeken maar moet wel binnen een maand na de ontvangstdatum van het verzoek een brevet afleveren als aan de volgende drie voorwaarden voldaan werd:

  • het moet een verandering van rechthebbende betreffen
  • de aanvraag moet bij fonds B worden ingediend voor de rechtgevende kinderen waarvoor fonds A de kinderbijslag al betaalde
  • er moet bij fonds B een actief dossier voor de andere kinderen op naam van de nieuwe rechthebbende bestaan

CO 1348 van 11 februari 2004 (bijlage 1) 

Voorbeeld

Fonds A betaalt de kinderbijslag op basis van de vader voor twee van zijn kinderen.
Fonds B betaalt de kinderbijslag op basis van de grootvader voor twee andere kleinkinderen.
De twee kinderen die bij hun vader woonden, komen in het gezin van de grootvader.
De grootvader dient bij fonds B een aanvraag in. 

In dat geval stuurt fonds B een aanvraag om brevet naar fonds A dat niet het recht moet onderzoeken, maar wel een brevet moet sturen.

2. Bij ontslag van de werkgever

Als de werkgever van kinderbijslagfonds verandert, wordt het dossier onmiddellijk aan het nieuwe fonds van de werkgever overgemaakt. Het DMFA-bericht moet niet worden afgewacht. Op basis van de RIP-gegevens bepaalt men welke rechthebbenden (nog) in dienst zijn van deze werkgever en zich niet in een geneutraliseerde situatie bevinden op de datum waarop de nieuwe aansluiting begint te lopen. De brevetten worden afgeleverd in de loop van de eerste maand van de "nieuwe" bevoegdheid. Het aanvankelijke fonds betaalt de kinderbijslag voor de maand van de overdracht. Een e-mail die de ontvangst van het brevet bevestigt moet naar fonds A worden gestuurd.

Dienstbrief 996/50 van 6 juli 2004

Stabiliteit van bevoegdheid: als de gewijzigde bevoegdheid niet blijft duren, wordt geen brevet afgeleverd.


Om de betaalbevoegdheid maximaal te stabiliseren dient de oorspronkelijke kinderbijslaginstelling bij de afhandeling van een DMFA-bericht die de bevoegheidsverandering bevestigt het dossier toch niet over te maken aan de volgende kinderbijslaginstelling als gelijktijdig is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • Uit de inmiddels ontvangen DIMONA-gegevens blijkt dat de rechthebbende intussen opnieuw van werkgever is veranderd;
  • De DIMONA-gegevens tonen aan dat de laatst gestarte activiteit opnieuw een bevoegdheidsverandering zal meebrengen (geen geneutraliserde situatie);
  • De volgende kinderbijslaginstelling is rekening houdend met de regel voor de betaling van de maand van de overdracht niet meer in staat de betalingen over te nemen tijdens het kwartaal van haar bevoegdheid.

Dit beginsel kan bij een wisselende loopbaan van de rechthebbende zo nodig verschillende keren na elkaar worden toegepast.

Dienstbrief 996/50 van 6 juli 2004

Dienstbrief 996/79 van 29 januari 2008


Voorbeeld

Fonds A betaalt:
De rechthebbende werkt voor B van 1 augustus 2014 tot 31 augustus 2014 en vanaf 1 september 2014 begint hij voor fonds C.

Bij ontvangst van het DMFA-bericht voor het derde kwartaal van 2014 bij werkgever B op 1 december 2014 stelt fonds A vast dat de bevoegdheid gewijzigd is. Uit de inmiddels ontvangen RIP-gegevens blijkt dat het fonds waarbij de werkgever C is aangesloten bevoegd wordt op 1 januari 2015. rekening houdend met de ontvangstdatum het DMFA-bericht dient fonds A hoe dan ook tot december 2014 te betalen. Het fonds van werkgever B zou de betalingen ten vroegste kunnen overnemen vanaf 1 januari 2015, maar vanaf die datum is het fonds van werkgever C normaliter al bevoegd.  In de gegeven omstandigheden betaalt KBF A provisioneel door en wacht het DMFA-bericht voor het vierde kwartaal 2014 af. Pas bij ontvangst daarvan wordt het dossier met een brevet overgedragen aan het fonds waarbij werkgever C is aangesloten.

Welke DMFA bepaalt dat het brevet bij verandering van rechthebbende verzonden wordt?


Moet rekening worden gehouden met de DMFA van de maand van de gebeurtenis, wat de wijziging van rechthebbende wettigt, of met de DMFA van de eerste dag van het kwartaal na de gebeurtenis, aangezien de verandering van prioritaire rechthebbende uitwerking heeft voor zover de voorrangsgerechtigde rechthebbende nog altijd de hoedanigheid van rechthebbende heeft op de eerste dag van het kwartaal na de gebeurtenis?

De DMFA van het kwartaal dat de DIMONA in dekt moet worden afgewacht. Als de DMFA die het betrokken kwartaal dekt geen datum van uitdiensttreding vermeldt, betekent dat namelijk dat de persoon nog altijd in dienst is, ten minste de eerste dag van het volgende kwartaal.

Het fonds moet dan het ambtshalve brevet naar het nieuw bevoegde fonds sturen binnen de gestelde termijn, dus ten laatste een maand en zeven dagen te rekenen vanaf de datum van verwerking bij de KSZ.

Dienstbrief 996/58 van 12 januari 2006

Dienstbrief 996/67 van 7 november 2006


Voorbeeld

Het fonds van de stiefvader (fonds A) ontvangt op 17 november 2014 een RIP-in van de moeder die tot dan geen activiteit uitoefende. Het betreft een signaal waarmee het fonds moet rekening houden, met een mogelijke verandering van rechthebbende op 1 januari 2015. Het ontvangt op 10 februari 2015 de DMFA van het vierde kwartaal.

Ofwel vermeldt de DMFA geen enkele einddatum van tewerkstelling. In dat geval stuurt fonds A het brevet naar het fonds van de werkgever van de moeder binnen een maand en zeven dagen na de verwerkingsdatum door de KSZ door de betaling van februari 2015 te waarborgen en eveneens die van maart als het brevet in maart verstuurd wordt.

Ofwel vermeldt de DMFA 20 december 2014 als einddatum van tewerkstelling. In dat geval is er een status quo, fonds A blijft op basis van de stiefvader betalen.

Welk fonds is verantwoordelijk voor het onverschuldigde bedrag als gevolg van foute gegevens die door het aanvankelijke fonds verstrekt werden?

Als het aanvankelijke fonds foute gegevens verstrekt heeft op basis waarvan het volgende fonds onverschuldigde betalingen heeft uitgevoerd, wordt fonds A verantwoordelijk geacht en zal het alle kosten van minnelijke vordering, met inbegrip van gerechts- en verdedigingskosten, moeten dragen.

Dienstbrief 996/50 van 6 juli 2004

Top