a) Een rechthebbende verandert van werkgever
Verandering van slechts één werkgever
Een rechthebbende (vader) werkt tot 12 februari 2014 voor een lid van PB Brabant (fonds A), en hij verandert op 13 februari 2014 van werkgever die bij fonds A aangesloten is.
- Fonds A is tot 30 juni bevoegd (trimestrialisering van het recht op basis van februari)
- Fonds A ontvangt een DIMONA out en een DIMONA in.Op basis van de DIMONA in kan het de nieuwe werkgever en dus ook het volgende fonds kennen
- Fonds A moet de betalingen tot juni bekrachtigen via de DMFA van februari die halverwege mei ontvangen wordt.
- Alvorens het brevet naar het nieuw bevoegde fonds te versturen, moet fonds A controleren of de rechthebbende in de volgende referentiemaand nog altijd bij zijn nieuwe werkgever tewerkgesteld is (in dit geval mei) en moet het bijgevolg de DMFA van die maand afwachten, die het kwartaal na die referentiemaand afgeleverd wordt, in dit geval halverwege juli.
- Na ontvangst van de DMFA van mei worden de provisionele betalingen vanaf juli door fonds A bekrachtigd en fonds A kan het brevet naar fonds B sturen.
Fonds A moet nog de kinderbijslag tijdens de maand van de verzending van het brevet betalen. Als het brevet in augustus wordt verstuurd, moet op 10 september nog de kinderbijslag van augustus betaald worden.
Bijlage CO 1348 van 11 februari 2004
Opeenvolgende verandering van werkgevers in beperkte tijd
Een rechthebbende (vader) werkt tot 12 februari 2014 voor een lid van PB Brabant (fonds A) en op 13 februari 2014 verandert hij van werkgever die bij fonds B aangesloten is.
De rechthebbende beëindigt in juli zijn contract bij de werkgever van fonds B en hij begint een nieuwe tewerkstelling voor een werkgever die bij fonds C aangesloten is.
- Fonds A is tot 30 juni bevoegd (trimestrialisering van het recht op basis van februari)
- Fonds A ontvangt in februari een DIMONA out en een DIMONA in.Op basis van de DIMONA in kan het de nieuwe werkgever en dus ook het volgende fonds kennen
- Fonds A moet de betalingen tot juni bekrachtigen via de DMFA van februari die tijdens het tweede kwartaal ontvangen wordt.
- Alvorens het brevet naar het nieuwe bevoegde fonds te versturen, moet fonds A controleren of de rechthebbende de volgende referentiemaand nog altijd bij zijn nieuwe werkgever tewerkgesteld is (in dit geval mei) en moet het bijgevolg de DMFA van die maand afwachten, die het kwartaal na die referentiemaand afgeleverd wordt, in dit geval halverwege juli.
- In juli ontvangt het een DIMONA out en een DIMONA in.
- Na ontvangst van de DMFA van mei worden de provisionele betalingen van fonds A sinds juli bekrachtigd. Maar aangezien fonds A kennis heeft van de nieuwe tewerkstelling voor fonds C, levert het geen brevet aan fonds B af, maar wordt de DMFA van augustus afgewacht. Na ontvangst van de DMFA halverwege oktober stuurt fonds A het brevet naar fonds C.
Fonds A moet nog de kinderbijslag tijdens de maand van de verzending van het brevet betalen. Als het brevet in november wordt gestuurd, moet op 10 december nog de kinderbijslag van november worden betaald.
Bijlage CO 1348 van 11 februari 2004
b) Verandering van rechthebbende na een verandering in de gezinssituatie
Op 17 november 2014 ontvangt het kinderbijslagfonds van de stiefvader (fonds A) een DIMONA-in voor de moeder die tot dan geen activiteit uitoefende.
Het betreft een signaal waarmee het fonds rekening moet houden, meer bepaald de mogelijke verandering van rechthebbende op 1 januari 2015.
Wanneer het op 10 februari 2015 de DMFA van het vierde kwartaal ontvangt, zijn er twee mogelijkheden:
- Ofwel vermeldt de DMFA geen enkele einddatum van de tewerkstelling van de moeder. In dat geval stuurt fonds A het brevet naar het fonds van de moeder ten laatste binnen een maand en zeven dagen vanaf de verwerkingsdatum bij de KSZ en wordt de betaling van februari 2015 gewaarborgd. Als het brevet in maart wordt verstuurd, wordt de betaling van maart 2015 eveneens gewaarborgd.
- Ofwel vermeldt de DMFA 20 december 2014 als einddatum van tewerkstelling. In dat geval is er een status quo, fonds A blijft verder op basis van de stiefvader betalen.
Bijlage CO 1348 van 11 februari 2004
Aandachtspunten
Het automatisch onderzoek van het recht is eveneens van toepassing voor de voorgaande periodes. Zo moet als het recht voor een kind tijdens een voorgaande periode moet worden onderzocht, het laatste bevoegde fonds zich bezighouden met het onderzoek van het recht van de rechthebbende of rechthebbenden tijdens die betrokken periode, zelfs als meerdere kinderbijslagfondsen betrokken zijn.
Dit onderzoek houdt in dat het fonds van de huidige of laatste werkgever
- zijn rechthebbende onmiddellijk integreert in het Kadaster van de kinderbijslag;
- de socioprofessionele gegevens als een aanvraag in de zin van Art. 4 van KB van 12 juni 1989 tot uitvoering van Art. 71, §2 AKBW beschouwt
- het recht op kinderbijslag voor de hele verlopen periode vaststelt die onder procedure van het automatisch onderzoek van het recht valt
- de kinderbijslag over alle periodes waarvoor er recht bestaat in de regeling van de nationale verdeling provisioneel betaalt, die betalingen integreert in het Kadaster van de kinderbijslag en desgevallend regulariseert met betaalde gewaarborgde gezinsbijslag; deze betalingen mogen beschouwd worden als zijnde te goeder trouw uitbetaald in de plaats van een andere instelling in de zin van Art. 71, §1bis AKBW; er dient bijgevolg geen regularisatie van de rekeningen van de betrokken kinderbijslagfondsen te worden doorgevoerd
- het dossier aan de bevoegde kinderbijslaginstelling overdraagt met een brevet, wanneer uit het onderzoek blijkt dat een ander kinderbijslagfonds bevoegd is voor de toekomst.
Dienstbrief 996/79 van 29 januari 2008
CO 1348 van 11 februari 2004 (bijlage)
De vader dient op 21 oktober 2014 een aanvraag om kraamgeld en kinderbijslag in voor zijn kind dat op 4 januari 2012 geboren werd.
De vader is in het Kadaster van de Kinderbijslag geïntegreerd.
Uit raadpleging van de gegevensdatabanken (Trivia) blijken de volgende periodes van tewerkstelling:
- van 24 maart 2010 tot 25 februari 2012 voor werkgever A
- van 1 maart 2012 tot 27 augustus 2012 voor werkgever B
- van 1 september 2012 tot 31 augustus 2013 voor werkgever C
- van 1 september 2013 tot 31 augustus 2013 voor werkgever D
- vanaf 1 januari 2014 voor werkgever E
Kinderbijslagfonds E betaalt het kraamgeld en de kinderbijslag vanaf 1 februari 2012.