De voorschotten op kinderbijslag betaald door het OCMW en het principe van wettelijke subrogatie

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Wanneer betaalt het OCMW voorschotten op kinderbijslag?

Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) staat dicht bij de burgers die met problemen kampen, en kan voorschotten toekennen op kinderbijslag in afwachting van de behandeling van hun aanvraag en tot het recht gevestigd kan worden.

Wanneer de kinderbijslaginstelling de kinderbijslag kan betalen, recupereert het OCMW de voorschotten rechtstreeks bij die instelling.

Als de kinderbijslaginstelling achterstallige kinderbijslag rechtstreeks aan de aanvrager betaalt hoewel ze wist dat het OCMW voorschotten betaalde, moet ze een tweede keer betalen aan het OCMW en het bedrag terugvorderen van de aanvrager ("Qui paie mal, paie deux fois").

Wat is de wettelijke subrogatie die het OCMW geniet?

Subrogatie betekent dat een persoon een andere persoon vervangt en zich daarbij diens rechten toe-eigent.

Subrogatie wordt wettelijk genoemd als ze voortvloeit uit de wet.

Door de wettelijke subrogatie die het OCMW geniet, wordt het de schuldeiser van de instelling die de kinderbijslag moet betalen in de plaats van de oorspronkelijke schuldeiser.

De OCMW's genieten wettelijke subrogatie in twee soorten gevallen:

  • als ze voorschotten op gezinsbijslag betalen;
  • als ze (een deel van) het leefloon terugvorderen van een rechtgevend kind dat zelf zijn kinderbijslag ontvangt, en het recht op kinderbijslag pas gevestigd is na de betaling van het leefloon (de kinderbijslag betaald aan een rechtgevend kind dat zelf zijn kinderbijslag ontvangt, is een bestaansmiddel dat afgetrokken moet worden van het door het OCMW verschuldigde leefloon).
Voor de terugvordering is het akkoord van de persoon die de voorschotten kreeg niet nodig.

Art. 99, § 2 organieke wet op de OCMW's, 8 juli 1976

Art. 24, § 1, 2° van de wet van 26 mei 2002

Top