Wat als een ouder het niet aanvaardt dat de andere ouder de kinderbijslag ontvangt?

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Gerechtelijk beroep bij de familierechtbank

Elk van de ouders kan in het belang van het kind  beroep aantekenen tegen de betaling van de kinderbijslag in handen van de andere ouder.

Het belang van het kind behoort niet tot de beoordelingsbevoegdheid van de kinderbijslaginstellingen.

De sociaal verzekerde kan dit belang beoordelen.

Dit belang moet niet noodzakelijk met de kinderbijslagwetgeving verband houden.

Bij verzet tegen de betaling moet de rechter over het belang van het kind oordelen.

Het vereiste belang ten aanzien van het kind wordt toegestaan bij een gunstigere groepering en/of een verhoging van het bedrag van de kinderbijslag na aanduiding van een andere bijslagtrekkende.

Een geldelijk belang dat niet uit de toepassing van de AKBW volgt, wordt eveneens in overweging genomen (pensioen, extralegale kinderbijslag).

CO 1333 van 9 oktober 2001

  • Betwisting van de aanwijzing van de bijslagtrekkende in het belang van het kind voor de familierechtbank

  • De ouder die in de plaats van de andere ouder de wettelijke bijslagtrekkende wil worden kan de betaling van de kinderbijslag voor de familierechtbank betwisten en hij kan vragen om in het belang van het kind als wettelijke bijslagtrekkende aangewezen te worden. (zie voorbeeld)
    Het kind zal voor de berekening van de kinderbijslag deel uitmaken van het gezin van de nieuwe wettelijke bijslagtrekkende (van belang voor de groepering en het barema).

Voorbeeld

De vader en de moeder zijn gescheiden.
Het gemeenschappelijke kind woont bij de vader die na zijn vraag de wettelijke bijslagtrekkende geworden is.
De moeder tekent voor de familierechtbank verzet aan tegen deze beslissing aangezien ze ook twee oudere kinderen uit een vorige relatie heeft.
In het belang van het kind wil ze ook bijslagtrekkende voor het derde kind worden omdat groeperen dan mogelijk is, dan wordt meer kinderbijslag voor het derde kind betaald.

Opgelet: De arbeidsrechtbank is bevoegd voor alle andere betwistingen over de aanwijzing van de bijslagtrekkende op basis van artikel 69 AKBW tot betwisting van de wettelijkheid van de betaling.


  • Verzetsprocedure voor de familierechtbank

Het is ook mogelijk om voor de familierechtbank verzet aan te tekenen tegen de betaling van de kinderbijslag in handen van de wettelijke bijslagtrekkende.

De familierechter kan enkel beslissen of de kinderbijslag in handen van iemand anders dan de wettelijke bijslagtrekkende moet worden betaald (sommendelegatie).

De wettelijke bijslagtrekkende behoudt dus zijn hoedanigheid van bijslagtrekkende met als gevolg dat voor de berekening van de kinderbijslag het kind deel blijft uitmaken van zijn gezin (wat betreft groepering en barema).

De ouder die door de rechter aangewezen is om de kinderbijslag te ontvangen moet de kinderbijslaginstelling een kopie van het vonnis sturen.

Artikel 69, §3 AKBW

CO 1399 van 18 november 2014

Voorbeeld

De kinderen wonen bij de vader maar de rechter wijst de moeder aan om de kinderbijslag te ontvangen (= sommendelegatie). De vader vraagt aanvankelijk niet om de kinderbijslag. De moeder is dus de wettelijke bijslagtrekkende. Het vonnis heeft dus geen gevolgen.

De vader vraagt na enige tijd om de kinderbijslag. Ter herinnering, de vader kan vragen om als wettelijke bijslagtrekkende aangeduid te worden omdat de kinderen bij hem wonen.

Als het kinderbijslagfonds de aanvraag van de vader ontvangt, brengt het de twee ouders op de hoogte van de wijziging van de bijslagtrekkende, behalve als de moeder binnen een maand het kinderbijslagfonds op de hoogte brengt van een sommendelegatie voor haar.

Als een dergelijk vonnis bezorgd is, wordt de moeder verder betaald, maar deze keer als gerechtigde op de sommendelegatie en niet meer in de hoedanigheid van wettelijke bijslagtrekkende.

996/81 van 25 februari 2008


Opgelet: alleen de vader, moeder, meeouder, adoptant, officiële voogd, de bewindvoerder of het meerderjarige kind kunnen voor de familierechtbank verzet aantekenen tegen de betaling van de kinderbijslag.  De vrederechter is bevoegd voor de procedure van verzet tegen de betaling van de kinderbijslag aan de bijslagtrekkende, ingediend door de (toeziende) voogd, de curator of de rechthebbende.

CO 1388 van 16 mei 2012


Tegenstelbaarheid en inwerkingtredingsdatum van de vonnissen van de familierechtbank

  • Tegenstelbaarheid
    De tegenstelbaarheidsvoorwaarden verschillen naargelang het kinderbijslagfonds al dan niet partij in het geschil is :

    • Het kinderbijslagfonds is partij: Het kinderbijslagfonds is in dat geval zonder andere formaliteit gebonden aan dit vonnis, dat automatisch via de griffie van de familierechtbank wordt betekend.

    • Het kinderbijslagfonds is geen partij: in dat geval volstaat het dat de sociaal verzekerde het kinderbijslagfonds een kopie van het vonnis, arrest of van de gerechtelijke beslissing bezorgt.  De kopie moet volledig en onbewerkt zijn.
      N.B.: A fortiori is een vonnis dat werd betekend tegenstelbaar aan het fonds.

  • Inwerkingtredingsdatum van het vonnis

    • Vonnis overeenkomstig artikel 69, §1, vijfde lid AKBW: aanduiding van de wettelijke bijslagtrekkende: De gerechtelijke aanwijzing van de bijslagtrekkende in het belang van het kind heeft uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op de ontvangst van het vonnis.  Tot die datum kan het kinderbijslagfonds rechtsgeldig blijven betalen aan de initiële bijslagtrekkende. Voor de toekenning van de achterstallige kinderbijslag wordt rekening gehouden met de persoon die  bijslagtrekkende was in de periode waarop de kinderbijslag betrekking heeft.

    • Vonnis zonder aanduiding van de bijslagtrekkende: Het betreft hier een sommendelegatie en dus geen formele wijziging van de bijslagtrekkende. De uitwerkingsdatum van deze procedure is niet door de wet vastgelegd.  Aangezien de kinderbijslagfondsen de sommendelegatie in de praktijk uniform moeten kunnen uitvoeren, is bepaald dat de kinderbijslag in principe onmiddellijk betaald moet worden aan een andere persoon dan de wettelijke bijslagtrekkende vanaf het tijdstip waarop het fonds het vonnis ontvangt, en dit zowel voor het verleden als voor de toekomst, maar dat hierbij rekening wordt gehouden met een termijn van dertig kalenderdagen voor de behandeling. Alle betalingen aan de wettelijke bijslagtrekkende binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van het vonnis maar vóór de behandeling van het vonnis zijn dan bevrijdend. De mogelijk achterstallige kinderbijslag wordt toegekend aan de persoon die door de sommendelegatie gemachtigd werd de kinderbijslag te ontvangen.

    • Bijzondere situatie: verdeling van de kinderbijslag: In bepaalde vonnissen die als een aanduiding van de bijslagtrekkende gekwalificeerd worden, legt de rechter daarnaast een verdeling van de kinderbijslag (50/50 of een andere verdeling) tussen de ouders op. In dat geval moet het kinderbijslagfonds dit voor de betaling toch als een sommendelegatie beschouwen zonder afbreuk te doen aan de wettelijke of de door het vonnis aangewezen bijslagtrekkende.  Er kan immers slechts een enkele wettelijke bijslagtrekkende worden aangeduid.  Met andere woorden, voor de groepering en de inwerkingtredingsdatum wordt de procedure voor de aanduiding van de bijslagtrekkende toegepast, voor de concrete uitbetaling van de kinderbijslag worden de bepalingen voor een sommendelegatie gebruikt.

996/126 van 19 december 2016 - Familierecht - CO 1399 - Verduidelijkingen

Andere gerechtelijke beroepen (buiten het toepassingsgebied van de AKBW)

Andere burgelijke rechters (jeugdrechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, vredegerecht) kunnen door sommendelegatie ook beslissen dat de kinderbijslag betaald moet worden aan de ouder die geen wettelijke bijslagtrekkende is.

Gerechtelijke beslissingen over de betaling van de kinderbijslag die door een andere rechtbank dan de familierechtbank worden genomen, moeten  worden betekend door de griffier van de rechtbank of door een gerechtsdeurwaarder aan de kinderbijslaginstelling.

Voor de berekening van de kinderbijslag blijft het kind deel uitmaken van het gezin van de wettelijke bijslagtrekkende (wat betreft groepering en barema).

Top