Bijzondere situatie: meerderjarig kind dat afwisselend en even lang bij beide ouders verblijft

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Voorwaarden

De juridische fictie van het gemeenschappelijke gezin kan verder worden toegepast na de meerderjarigheid van het kind, onder de volgende voorwaarden:

  • de ouders wonen niet samen;
  • en het kind blijft verder afwisselend en even lang bij elke ouder wonen.
Bijvoorbeeld afwisselend een week bij de moeder en een week bij de vader.

Controlemiddelen

Uiterlijk 3 maanden voor de meerderjarigheid van het kind:

  • Elektronische transmissie van de socioprofessionele gegevensfluxen: de rolcode van de bijslagtrekkende ouder in het Kadaster van de kinderbijslag wordt omgezet in code 103.
  • De kinderbijslaginstelling verstuurt een informatiebrief aan de beide ouders met de vraag om de bijgevoegde verklaring van gelijk verdeelde huisvesting van een meerderjarig kind (formulier L) ingevuld terug te sturen binnen de 30 dagen.

Een maand na het versturen van de informatiebrief:

  • De ouders komen overeen om eenzelfde situatie te bevestigen: geen verandering: het kinderbijslagfonds blijft de situatie waarover de ouders het eens zijn, toepassen afhankelijk van hun verklaring (behoud van de gelijkmatig verdeelde huisvesting of geen gelijkmatig verdeelde huisvesting).
  • Als de ouders beiden reageren maar op een tegenstrijdige wijze: een sociaal controleur zal dan de ouders ondervragen om vast te stellen of de jongere verder afwisselend en op gelijke wijze bij iedere ouder verblijft of de jongeren alleen en hoofdzakelijk bij een van de ouders verblijft.  De meerderjarige kan indien nodig eveneens ondervraagd worden.  Afhankelijk van de verzamelde gegevens (behoud van de gelijkmatig verdeelde huisvesting of geen gelijkmatig verdeelde huisvesting) past het kinderbijslagfonds Art. 69, §1, eerste en tweede lid AKBW of de juridische fictie toe.
    In het geval dat de controle ter plaatse niet zou toestaan om te bepalen of de gelijkmatig verdeelde huisvesting al dan niet verder toegepast wordt, past het kinderbijslagfonds Art. 69, §1, al. 1 en 2 AKBW toe.
  • Als een ouder reageert door de gelijkmatig verdeelde huisvesting te bevestigen en de andere ouder reageert niet: het kinderbijslagfonds zal dan uitgaan van de juistheid van de verklaring van de eerste (zonder een bewijs te eisen) en de andere ouder meedelen dat het de juridische fictie zal blijven toepassen.  Als de andere ouder deze beslissing betwist, wordt verwezen naar geval b).
  • Niemand van de ouders reageert: geen verandering: het kinderbijslagfonds past Art. 69, §1, eerste en tweede lid AKBW toe

Opgelet: In geval van onenigheid tussen de ouders moeten de betalingen geschorst worden in afwachting van het proces-verbaal van de controle aan huis en dat om iedere onverschuldigde betaling aan de verkeerde bijslagtrekkende te vermijden.

Artikel 69 AKBW
CO 1404 van 7 september 2015 - Gelijkmatig verdeelde huisvesting - onenigheid tussen de ouders bij meerderjarigheid - bewijsmiddelen

Indien de voorwaarden niet vervuld zijn

Werd het minderjarige kind niet opgevoed in co-ouderschap, dan zijn de kinderbijslaginstellingen al op de hoogte van de feitelijke leefsituatie van het kind en verandert er niets bij de meerderjarigheid.

Er moet dan ook geen actie worden ondernomen.

Aandachtspunten

  • De juridische fictie kan ook worden toegepast wanneer de ouders scheiden na de meerderjarigheid van het kind en zij verklaren dat het kind afwisselend en even lang bij elk van hen zal verblijven.
  • De genomen beslissing geldt zolang de verblijfsregeling van het kind dezelfde blijft.
    Wanneer één van de ouders een wijziging meldt, wordt het dossier herzien (volgens de procedure beschreven onder 'Controlemiddelen').
Voor betalingen die de kinderbijslaginstelling in de tussenperiode uitvoerde, geldt het principe van betalingen 'te goeder trouw'.
  • Wijzigt het domicilie van het kind van het adres van de ene ouder naar dat van de andere, dan leidt dat niet tot een nieuw onderzoek als de ouders de gelijk verdeelde huisvesting blijven toepassen.
  • De juridische fictie van het gemeenschappelijke gezin is niet meer van toepassing als:
    • de vader vraagt om de kinderbijslag voortaan aan hem te betalen. De ouders worden dan verondersteld niet meer achter de gelijk verdeelde huisvesting te staan.
    • het kind niet langer ingeschreven is op het adres van één van de ouders.
Top