Wanneer is er sprake van passieve openbaarheid?

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Openbaarheid wordt passief genoemd wanneer de burger zelf gegevens vraagt.

Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft het recht elk bestuursdocument ter plaatse te raadplegen, er uitleg over te krijgen en er een kopie van te ontvangen.

Hoe kan een bestuursdocument geraadpleegd worden?

Indien de sociaal verzekerde een bestuursdocument wil raadplegen of een kopie ervan wenst te ontvangen dan moet hij dat schriftelijk (brief, fax, e-mail) aanvragen bij het kinderbijslagfonds.

Mondelinge en telefonische aanvragen worden niet in aanmerking genomen.

De sociaal verzekerde moet preciseren tot welk document hij toegang wenst te krijgen en wat hij juist wil (raadplegen, uitleg, kopie).

De sociaal verzekerde moet geen belang aantonen tenzij er een

Het gaat hier over persoonlijk, direct, actueel en legitiem belang (conform de openbare orde en de goede zeden dus): het administratief document is van dien aard dat het de aanvrager materieel of moraal benadeelt.

document van persoonlijke aard aangevraagd wordt. 

Een bestuursdocument dat een beoordeling of een waardeoordeel bevat over een met naam genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon, of de beschrijving van gedrag waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan berokkenen.

Behandeling van de aanvraag door het kinderbijslagfonds

Wanneer het kinderbijslagfonds een aanvraag ontvangt, moet die in een register opgenomen worden en moet het kinderbijslagfonds een ontvangstbevestiging naar de sociaal verzekerde sturen.

Indien het kinderbijslagfonds vaststelt dat het niet verantwoordelijk is voor het gevraagde document, zal de aanvrager daarvan zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht en zullen de gegevens van de instelling die hij moet contacteren hem meegedeeld worden.

Indien het kinderbijslagfonds vaststelt dat hij verantwoordelijk voor het gevraagde document is, wordt eerst nagegaan of het gaat om documenten van persoonlijke aard. Als dit zo is, maar de aanvrager echter geen belang kan aantonen, wordt de aanvraag geweigerd.

Het kinderbijslagfonds gaat vervolgens na of er uitzonderingsgronden zijn op basis waarvan de aanvraag mogelijk geweigerd moet worden, zelfs indien de sociaal verzekerde een belang heeft aangetoond.

Het kinderbijslagfonds moet de aanvraag ambtshalve weigeren indien er vastgesteld wordt dat het vrijgeven van het document:

  • de persoonlijke levenssfeer schaadt (tenzij de betrokken persoon vooraf schriftelijk zijn toestemming gegeven heeft voor de raadpleging of het vrijgeven van een kopie van het document)
  • een door de wet opgelegde geheimhoudingsplicht schendt
  • de vertrouwelijke aard schendt van het overleg in de federale regering en de bevoegde overheden die deel uitmaken van de federale uitvoerende macht of waar een federale overheid mee verbonden is
  • afbreuk doet aan de belangen bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, viligheidsattesten en veiligheidsadviezen.

Het kinderbijslagfonds moet de aanvraag weigeren, nadat de aanwezige belangen tegen elkaar zijn afgewogen, indien er vastgesteld wordt dat het belang van de openbaarheid van het document plaats moet maken voor de volgende belangen:

  • de veiligheid van de bevolking
  • de fundamentele vrijheden en rechten
  • de internationale federale betrekkingen van België
  • de openbare orde
  • de staatsveiligheid of de landsverdediging
  • het onderzoek of de vervolging van strafbare feiten
  • economische en federale financiële belangen, de schatkist of het staatskrediet
  • het van nature vertrouwelijke karakter van aan de overheid meegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens
  • het geheim houden van de identiteit van de persoon die het document of de gegevens vertrouwelijk heeft meegedeeld aan de administratieve overheid om een (verondersteld) strafbaar feit aan te geven

Het kinderbijslagfonds kan de aanvraag weigeren indien er vastgesteld wordt dat de aanvraag:

  • een bestuursdocument betreft dat tot vergissingen kan leiden (omdat het document onvoltooid of incompleet is)
  • een aan de overheid vrij en vertrouwelijk meegedeeld advies of mening betreft
  • duidelijk niet gerechtvaardigd is
  • duidelijk te vaag werd opgested.

Recht op raadpleging/uitleg/communicatie

Binnen 30 dagen na het ontvangen van de aanvraag moet de beslissing aan de sociaal verzekerde worden meegedeeld.

Dat kan worden verlengd tot 45 dagen.

Het kinderbijslagfonds moet dan binnen de eerste 30 dagen de redenen voor die verlenging aan de sociaal verzekerde meedelen.

Het kinderbijslagfonds moet zijn beslissing motiveren als de aanvraag geweigerd wordt. De aanvraag mag enkel op basis van de bestaande uitzonderingsgronden worden geweigerd.

Recht op verbetering

De sociaal verzekerde heeft het recht te vragen dat onjuiste of onvolledige gegevens over hem gratis worden aangepast.

Het kinderbijslagfonds heeft 60 dagen om in te gaan op een vraag om verbetering, om te beslissen deze af te wijzen, of om de termijn met 30 dagen te verlengen. Beslissingen om te weigeren of te verlengen moeten gemotiveerd worden..

Beroepsmogelijkheid

Indien de sociaal verzekerde niet tevreden is, kan hij het kinderbijslagfonds vragen zijn aanvraag opnieuw te overwegen.

Hij dient tegelijkertijd een verzoek om advies bij de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten in.

Als de sociaal verzekerde ontevreden blijft, kan hij de beslissing voor de Raad van State aanvechten.

Binnen 60 dagen moet hij een verzoek indienen bij de Eerste Voorzitter van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 1040 Brussel.

Wet van 11 april 1994

CO 1282 van 22 december 1994

Top