VERJARING \ STUITING

996/17 van 18 juli 2001 - Stuiten van de verjaring - Gerechtelijke beslissing - Art. 120 KBW

Een gerechtelijke beslissing kan met terugwerkende kracht het sociaal statuut wijzigen van een persoon die een sociale uitkering ontvangt en het recht op kinderbijslag dat van dit statuut is afgeleid veranderen. Zo gebeurt het dat arbeidsrechtbanken, soms na jaren van procedures en expertises,...

CO 1335 van 11 februari 2002 - Programmawet van 30 december 2001 (uittreksels)

1. Verjaring Artikel 120 uit Kinderbijslagwet werknemers a. Grondregels De stuiting van de verjaring geldt voor drie jaar. Ze kan hernieuwd worden. Het nieuwe artikel 120 KBW dat in werking getreden is op 1 januari 2002 versoepelt de manier waarop de verjaring gestuit wordt. De bedoeling is de...

CO 832 van 22 mei 1968 - Toepassing van KB 7 van 18 april 1967, KB 30 van 29 juni 1967 en KB 68 van 10 november 1967 (uittreksels)

Artikel 55 uit Kinderbijslagwet werknemers In onze omzendbrief nr. 808 van 20 juli 1967 hebben wij de voorwaarden opgesomd waaraan de verlaten ecthgenote moet voldoen. Uit onze richtlijnen vloeit voort dat men onder verlating moet verstaan het feit dat de echtgenoot1 het gezin verlaat. Men zal...

Informatienota 1986/21: - Arrest inzake de toekenning van vergoedingen wegens blijvende ongeschiktheid ingevolge arbeidsongeval verschuldigd door de verzekeraarswet. - Toepassing van art. 47 G.W. en art. 63 G.W. - Verjaring.

Een vonnis of arrest dat geen uitspraak doet over de graad van ongeschiktheid volgens de voorwaarden van art. 47G.W. en art. 63 G.W. en evenmin bepaalt dat de ongeschiktheid is vastgesteld volgens de "Officiële Belgische Schaal tot vaststelling van de graad van invaliditeit" is niet dienstig voor...

Informatienota 1988/7: - Art. 120 G.W. - Stuiting van de verjaring.

De vraag is gerezen of de voor het bijwerken van de dossiers bestemde periodieke vragenlijsten tot gevolg kunnen hebben de bij art. 120 G.W., bedoelde verjaring te stuiten terwijl daarbij een onderscheid wordt gemaakt naargelang het formulieren betreft die ingevuld zijn door de persoon die de...

Artikel 120 van de Algemene kinderbijslagwet

De rechtsvorderingen waarover de personen beschikken, aan wie de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie verschuldigd zijn of moeten uitbetaald worden, moeten binnen de vijf jaar worden ingesteld. Voor de kinderbijslagen betreffende een zeker aantal dagen van een trimester, neemt de...

Artikel 120bis van de Algemene kinderbijslagwet

De terugvordering van de ten onrechte uitbetaalde uitkeringen kan niet geëist worden na verloop van een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de datum waarop de uitbetaling is geschied. Benevens de redenen waarin is voorzien in het Burgerlijk Wetboek, wordt de verjaring gestuit door het eisen van...
Top