Voorwaarden en controlemiddelen

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Voorwaarden

De aanvrager moet instaan voor meer dan de helft van de kosten voor het levensonderhoud van het kind.

Controlemiddelen

  • Het kind moet ingeschreven zijn in het gezin van de aanvrager:
    • bewijs via het Rijksregister van de natuurlijke personen (RNP) en het wachtregister
  • Het rechtgevende kind verblijft in een internaat of woont in een studentenkamer tijdens zijn studies:
    • betaalbewijzen van de kosten betaald door de aanvrager (rekeningafschriften, reçu's) voor de internaatkosten, de huur van de studentenkamer, een voedselbudget en andere kosten...
  • Als het gezin verblijft in een centrum dat mensen in moeilijkheden helpt (vluchthuis, opvangtehuis, centrum voor integrale gezinszorg,...):
    • een verklaring van het opvangcentrum waarin staat dat het gezin en de kinderen inderdaad in het centrum verblijven
    • bewijzen dat de aanvrager een doorslaggevende financiële bijdrage levert in het onderhoud van het kind

Wanneer een gezin dat een asielprocedure doorloopt, opgevangen wordt in een collectieve opvangvoorziening (een federaal opvangcentrum beheerd door Fedasil, het Rode Kruis, de SESO) of in een door de OCMW's, en de ngo's ingerichte individuele opvangvoorziening (L.O.I.) dan moet het dossier worden geweigerd, want er wordt volledig voor het gezin gezorgd.


  • Het kind verricht een vrijwillige militaire inzet (VMI), zet zich in voor een vrijwillige dienst van collectief nut of doet vrijwilligerswerk:

Indien de voorwaarden niet vervuld zijn

  • Het dossier wordt geweigerd.
  • De eventuele ten onrechte gedane betalingen worden ongeldig verklaard en een terugvorderingsprocedure wordt opgestart.
  • De aanvrager ontvangt bericht dat hij nieuwe elementen kan aanbrengen om aan te tonen dat hij wel degelijk financieel voor het kind instaat.

FAMIFED praktisch

  • Het is soms moeilijk te bepalen wie in een gezin het kind ten laste heeft
Dat is het geval voor een kind dat (bij vonnis) om de week wordt toevertrouwd aan een van de gescheiden ouders en dat in een internaat verblijft waarvoor de twee ouders elk de helft van de kosten betalen.
De last kan in dat geval niet worden vastgesteld omdat elke ouder niet meer dan de helft van de onderhoudskosten voor het kind op zich neemt (zij betalen elk de helft). Zonder nieuw financieel element dat aantoont dat een van de ouders meer kosten voor het onderhoud draagt (zelfs met een minimaal verschil), wordt het dossier geweigerd.
  • Tijdens een hechtenis, gevangenisstraf, ziekenhuisopname ... van de aanvrager kan die moeilijk beweren dat hij het kind ten laste houdt. Omdat het echter om een financieel concept gaat, kan de aanvrager het bewijs leveren dat hij meer dan de helft van de onderhoudskosten voor het kind betaalt. De aanvrager kan immers altijd een kind financieel ten laste hebben.
  • Omdat geen enkele verwantschapsband nodig is opdat de aanvrager een recht kan verkrijgen op gewaarborgde gezinsbijslag, kan iemand gewaarborgde gezinsbijslag aanvragen voor zijn echtgenoot, echtgenote, partner, broer, zuster ... door het bewijs te leveren dat hij hun onderhoud voor meer dan de helft financieel ten laste heeft.
Top