Schaal

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Recht op de gewone schaal

De gewone schaal wordt toegekend als de voorwaarden voor een toeslag niet vervuld zijn.

Recht op de toeslag voor kinderen van werknemers die al langer dan zes maanden invalide zijn

Die toeslag wordt betaald op grond van de wet.

Voor wie?

De volgende personen hebben recht op de in artikel 50ter AKBW vermelde sociale toeslag:

a. zieke werknemers, werknemers die een ongeval gehad hebben of werkneemsters tijdens de moederschapsbeschermingsperiode, vanaf de zevende maand van ten minste 66% arbeidsongeschiktheid, al dan niet met uitkering,

b. ex-mijnwerkers die een invaliditeitspensioen ontvangen via de pensioenregeling voor mijnwerkers of die aan alle voorwaarden voldoen om het te ontvangen maar dat niet doen in toepassing van bepaalde bepalingen van de wetgeving over dat pensioen of de ziektewetgeving,

c. in de vorige punten niet bedoelde werknemers van wie het verdienvermogen één derde of minder dan het verdienvermogen van een valide persoon is of van wie de zelfredzaamheid met ten minste negen punten verminderd is, in overeenstemming met de wetgeving betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, en die rechthebbende op kinderbijslag voor gehandicapte rechthebbenden waren net voor hun tewerkstelling;

De rechthebbenden moeten enkel recht verkregen kunnen hebben op basis van artikel 56quinquies AKBW. Ze moeten dus enkel voldaan hebben aan de voorwaarden. Ze moeten het recht niet effectief verkregen hebben.

d. niet in de vorige punten bedoelde werknemers die ten minste 66% arbeidsongeschikt waren voor ze effectief een beroepsactiviteit begon uit te oefenen, indien ze in een periode van twaalf maanden voldaan hebben aan de voorwaarden om recht te hebben op ten minste zes maandelijkse forfaitaire bijslagen.

De zes forfaitaire bijslagen kunnen worden verkregen door de combinatie van het trimestrialiseringsprincipe en de regel van het uitdoven van het recht op kinderbijslag.

De arbeidsongeschiktheid kan met alle rechtsmiddelen bewezen worden.

CO 832 van 22 mei 1968

Tegen welke voorwaarden?

Om recht te hebben op de sociale toeslag moeten de hierboven vermelde personen rechthebbenden met personen ten laste zijn.

Vier situaties zijn mogelijk.

1. De rechthebbende woont alleen met het/de rechtgevend(e) kind(eren)

Als de rechthebbende alleen woont met een of meerdere kinderen voor wie hij/zij recht heeft op kinderbijslag, mogen zijn/haar gemiddelde bruto-

Inclusief de bedrijfsvoorheffing en de socialezekerheidsbijdragen.

 belastbare beroepsinkomsten en/of uitkeringen op jaarbasis het toegelaten grensbedrag niet overschrijden.

Inkomsten die meetellen:

  • lonen en inkomsten als zelfstandige,
  • uitkeringen van de werkloosheid,van de ziekteverzekering, voor arbeidsongevallen, voor beroepsziekten, voor gehandicapten enz.
  • pensioenen en rentes,
  • PWA-cheques.

Inkomsten die niet meetellen:

  • kinderbijslag,
  • alimentatie,
  • forfaitaire tegemoetkomingen voor hulp van derden en integratietegemoetkomingen voor gehandicapten,
  • onkostenvergoedingen voor onthaalouders betaald door Kind en Gezin,
  • forfaitaire vergoedingen voor de voogdij over niet begeleide minderjarige vreemdelingen voor twee opdrachten, en forfaitaire vergoedingen voor administratiekosten voor die voogdij.

2. De rechthebbende woont samen met een partner (getrouwd of feitelijk gezin) en het/de rechtgevend(e) kind(eren)

Als de rechthebbende een feitelijk gezin vormt met een partner en als ten minste een van de kinderen voor wie hij/zij recht heeft op kinderbijslag deel uitmaakt van zijn/haar gezin, mogen zijn/haar gemiddelde bruto-

Inclusief de bedrijfsvoorheffing en de socialezekerheidsbijdragen.

 belastbare beroepsinkomsten en/of uitkeringen en die van zijn/haar partner samen op jaarbasis het toegelaten grensbedrag niet overschrijden.

Inkomsten die meetellen:

  • lonen en inkomsten als zelfstandige,
  • uitkeringen van de werkloosheid,van de ziekteverzekering, voor arbeidsongevallen, voor beroepsziekten, voor gehandicapten enz.
  • pensioenen en rentes,
  • PWA-cheques.

Inkomsten die niet meetellen:

  • kinderbijslag,
  • alimentatie,
  • forfaitaire tegemoetkomingen voor hulp van derden en integratietegemoetkomingen voor gehandicapten,
  • onkostenvergoedingen voor onthaalouders betaald door Kind en Gezin,
  • forfaitaire vergoedingen voor de voogdij over niet begeleide minderjarige vreemdelingen voor twee opdrachten, en forfaitaire vergoedingen voor administratiekosten voor die voogdij.

3. De rechthebbende maakt geen deel uit van het gezin van de kinderen voor wie hij/zij recht heeft op kinderbijslag en zijn/haar (ex)-echtgeno(o)t(e) is bijslagtrekkende voor dat/die kind(eren)

4. De rechthebbende (gescheiden ouder niet bedoeld in punt 3) maakt geen deel uit van het gezin van de kinderen voor wie hij/zij recht heeft op kinderbijslag en de andere ouder is bijslagtrekkende voor een of meerdere van die kinderen

In situaties 3 en 4 heeft de bijslagtrekkende (ouder of geen ouder) recht op de toeslag:

  • als hij/zij niet getrouwd of hertrouwd is of;
  • als hij/zij geen feitelijk gezin vormt.

In die twee situaties mogen de gemiddelde bruto-

Inclusief de bedrijfsvoorheffing en de socialezekerheidsbijdragen.

 belastbare beroepsinkomsten en/of uitkeringen op jaarbasis van de bijslagtrekkende het toegelaten grensbedrag niet overschrijden.

Inkomsten die meetellen:

  • lonen en inkomsten als zelfstandige,
  • uitkeringen van de werkloosheid,van de ziekteverzekering, voor arbeidsongevallen, voor beroepsziekten, voor gehandicapten enz.
  • pensioenen en rentes,
  • PWA-cheques.

Inkomsten die niet meetellen:

  • kinderbijslag,
  • alimentatie,
  • forfaitaire tegemoetkomingen voor hulp van derden en integratietegemoetkomingen voor gehandicapten,
  • onkostenvergoedingen voor onthaalouders betaald door Kind en Gezin,
  • forfaitaire vergoedingen voor de voogdij over niet begeleide minderjarige vreemdelingen voor twee opdrachten, en forfaitaire vergoedingen voor administratiekosten voor die voogdij.

De inkomsten worden altijd gecontroleerd in het gezin van het/de kind(eren).

In alle situaties worden de inkomsten gecontroleerd op basis van de fiscale gegevens van de FOD Financiën.

CO 1412 bijlage 1 van 16 maart 2018 - Fiscale flux 2015 en 2016 - Richtlijnen voor het opzoeken en annuleren van debetten te wijten aan het meetellen van beroepskosten voor werknemers

CO 1412 van 20 februari 2017 - Fiscale flux - Definitieve vaststelling van het recht op sociale toeslag en eenoudertoeslag voor 2015

CO 1400 van 11 december 2014 - Hervorming van de toekenning van de sociale toeslagen en eenoudertoeslagen

Als de sociale toeslag toegekend is, wordt de leeftijdsbijslag voor het enige of het oudste rechtgevende kind in het gezin niet met de helft verminderd of 'geblokkeerd'.
Die kinderen ontvangen dus de volledige leeftijdsbijslag.

 
Top