Artikel 51 § 4, 1ste lid
Indien de band van verwantschap of de juridische band tussen een rechthebbende en een rechtgevend kind,zoals bepaald in artikel 51 § 3 AKBW niet aanwezig zijn, kan de bevoegde minister in behartenswaardige gevallen bepalen dat een werknemer recht heeft op kinderbijslag voor kinderen die deel uitmaken van zijn gezin of geplaatst zijn in een instelling bedoeld in art. 70 AKBW.
Vereiste band van verwantschap of juridische band van rechthebbende met rechtgevend kind:
- kinderen, die van echtgenoot van rechthebbende en gemeenschappelijke kinderen;
- geadopteerde kinderen, geadopteerde kinderen van echtgenoot;
- kleinkinderen, achterkleinkinderen, neven en nichten of die van (ex)-echtgenoot of partner van rechthebbende, op voorwaarde dat deze kinderen deel uitmaken van het gezin van de rechthebbende;
- (half)broers of (half)zussen die deel uitmaken van hetzelfde gezin ;
- (half)broers of (half)zussen die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin;
- kinderen van de persoon waarmee de rechthebbende een feitelijk gezin vormt als de kinderen deel uitmaken van dit gezin;
- kinderen van wettelijk samenwonenden en ook van ex-wettelijke samenwonenden als zij deel uitmaken van het gezin van de rechthebbende;
- kinderen in een pleeggezin ten gevolge van een plaatsingsmaatregel;
- naargelang de verwantschap in een instelling geplaatste kinderen
Artikel 52, 2de lid
De kinderbijslag is niet verschuldigd ten behoeve van de kinderen die worden opgevoed of lessen volgen buiten België.
De bevoegde minister kan evenwel in behartenswaardige gevallen een vrijstelling verlenen van deze in artikel 52, 1ste lid AKBW bepaalde voorwaarde.
Als hij van die mogelijkheid gebruik maakt, bepaalt de minister of de gevolmachtigde ambtenaar het bedrag van de kinderbijslag.
Voorbeeld
Voorbehoud : studenten in de Europese Economische Ruimte : geen individuele ministeriële afwijking vereist
Voorbehoud: studenten in de Europese Economische Ruimte die een Europees uitwisselingsprogramma volgen : geen individuele ministeriële afwijking vereist
Artikel 57 bis, 2de lid
De bevoegde minister kan in behartenswaardige gevallen vrijstelling verlenen van de voorwaarde van rechthebbend te zijn op ten minste zes maandelijkse forfaitaire bijslagen, bepaald in de artikelen 55, vierde lid, 56 §1, eerste lid, 3°, 56 bis,§1, 56 quater, eerste lid, 2), 56 decies, §1, 56 undecies,tweede lid of 57,tweede lid, indien de werknemer de voorwaarde heeft vervuld om aanspraak te maken op ten minste één forfaitaire maandelijkse bijslag krachtens de AKBW in de loop van de vijf jaar die de gebeurtenis bedoeld in deze artikelen onmiddellijk voorafgaan.
Verlaten echtgen(o)ot(e)
De man die zijn echtgenote of de vrouw die haar echtgenoot verlaat moet, in de loop van de 12 maanden die het tijdstip van de vrijlating onmiddellijk voorafgaan, de voorwaarden vervuld hebben om aanspraak te maken op ten minste 6 maandelijkse forfaitaire bijslagen krachtens de AKBW.
Zieke werknemer
Kinderbijslag tegen de bij artikel 40 bepaalde bedragen wordt verworven door:
....
3° de niet onder 1° of 2° bedoelde zieke werknemer die tenminste 66% ongeschikt is en de werkneemster gedurende het tijdvak van moederschapsbescherming die geen moederschapsuitkering geniet, en die in de loop van de 12 maanden die het tijdstip van de arbeidsongeschiktheid van ten minste 66% of het tijdvak van moederschaten.
Wezenbijslag
Is rechthebbende op wezenbijslag het weeskind indien op het ogenblik van het overlijden van één der ouders een rechthebbende bedoeld in artikel 51, §3 en artikel 51, §4 AKBW In de loop van de 12 maanden die onmiddellijk het overlijden voorafgaan de voorwaarden heeft vervuld om aanspraak te maken op ten minste 6 maandelijkse forfaitaire bijslagen.
Vereiste band van verwantschap of juridische band van rechthebbende met rechtgevend kind:
- kinderen, die van echtgenoot van rechthebbende en gemeenschappelijke kinderen;
- geadopteerde kinderen, geadopteerde kinderen van echtgenoot;
- kleinkinderen, achterkleinkinderen, neven en nichten of die van (ex)-echtgenoot of partner van rechthebbende, op voorwaarde dat deze kinderen deel uitmaken van het gezin van de rechthebbende;
- (half)broers of (half)zussen die deel uitmaken van hetzelfde gezin ;
- (half)broers of (half)zussen die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin;
- kinderen van de persoon waarmee de rechthebbende een feitelijk gezin vormt als de kinderen deel uitmaken van dit gezin;
- kinderen van wettelijk samenwonenden en ook van ex-wettelijke samenwonenden als zij deel uitmaken van het gezin van de rechthebbende;
- kinderen in een pleeggezin ten gevolge van een plaatsingsmaatregel;
- naargelang de verwantschap in een instelling geplaatste kinderen
Kraamgeld
De bevoegde minister die hij aanduidt, kan evenwel het kraamgeld toekennen in behartenswaardige gevallen, wanneer de voorwaarden van artikel 73bis niet zijn vervuld. De Minister of de aangeduide ambtenaar heeft dezelfde bevoegdheid in geval van opname onder pleegvoogdij.
Adoptiepremie
De bevoegde minister die hij aanduidt, kan evenwel de adoptiepremie toekennen in behartenswaardige gevallen, wanneer de adoptant of zijn echtgenoot de voorwaarden niet vervult om het recht te doen ontstaan op kinderbijslag, behalve die bedoeld in art. 51, §3, of nog het kind de voorwaarden, bedoeld in de artikel 62 AKBW of artikel 63 AKBW niet vervult.