Het rechtgevend kind

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Het rechtgevend kind is het kind voor wie de gezinsbijslag betaald wordt en dat in het Kadaster opgenomen is in rol 104.

Begindatum van de integratie

De begindatum van de integratie van een rechtgevend kind moet in het Kadaster ingevuld worden zodra dat rechtgevend kind gecreëerd is in de interne database van het kinderbijslagfonds.

Zodra die begindatum van de integratie in het Kadaster ingevoerd is, kan het kinderbijslagfonds de distributieberichten ontvangen van de wettelijke en de socioprofessionele gegevens van het rechtgevend kind. Door die invoering kunnen ook de databases van de andere sectoren geraadpleegd worden.

De begindatum van de integratie van een rechtgevend kind mag nooit vallen vóór de 1ste dag van zijn geboortemaand.

De begindatum van de integratie mag niet vallen na de datum waarop het kinderbijslagfonds het rechtgevend kind ingevoerd heeft in de eigen interne database.

In geval van bijwerking kan de oorspronkelijke of de laatst bekende datum alleen vervangen worden door een vroegere datum, voor zover de hiervoor vermelde regels gevolgd worden.

Voorbeeld

Een kind wordt geboren op 15 mei. Op 18 mei kan de instelling niet 1 juni invoeren als begindatum van de integratie. 1 mei kan wel als begindatum van de integratie ingevoerd worden.

Einddatum van de integratie

De einddatum van de integratie van een rechtgevend kind moet en mag alleen maar ingevuld worden als het recht op gezinsbijslag eindigt en ook bij ontvangst van het afsluitingsformulier van het dossier.

Die verplichting vloeit voort uit het proportionaliteitsprincipe van de KSZ: informatie die niet strikt noodzakelijk is voor het beheer en de behandeling van een dossier mag niet meegedeeld worden.

Een kinderbijslagfonds mag in geen geval een einddatum van integratie invoeren die meer dan 3 maanden verder in de toekomst ligt.

De einddatum van de integratie van de rechthebbende mag niet vallen vóór de datum waarop de instelling die datum in het Kadaster ingevoerd heeft.

Zodra het brevet naar het volgende kinderbijslagfonds gestuurd is, moet het oorspronkelijke kinderbijslagfonds de integratie van alle betrokken actoren afsluiten.

Die regel geldt ook voor potentiële rechtgevende kinderen.

Die potentiële rechtgevende kinderen moeten door het volgende kinderbijslagfonds geïntegreerd worden bij het onderzoek van het brevet zodat het recht van die kinderen dat geschorst is maar niet afgesloten, opgevolgd kan worden. Het oorspronkelijke kinderbijslagfonds moet echter rechtgevende kinderen voor wie aanvullende informatie gevraagd is, geïntegreerd houden voor de verantwoording van al gedane betalingen.

Bij overlijden van het rechtgevend kind moet als einddatum van de integratie de laatste dag van de maand ingevuld worden waarin de informatie over dat overlijden verwerkt wordt.

De integratieperiode van het rechtgevend kind moet begrepen zijn in de integratieperiode van de rechthebbende.

Begin- en einddatum van de betalingen

Als begin- en einddatum van de betalingen moeten de werkelijke datums ingevoerd worden.

De periode van betalingen voor het rechtgevend kind moet begrepen zijn in de integratieperiode van het rechtgevend kind, die zelf begrepen moet zijn in de integratieperiode van de rechthebbende.

De begindatum van de betalingen moet samenvallen met de 1ste dag van de maand waarop het recht op betaling betrekking heeft.
Die datum mag niet vallen vóór de geboortedatum van het rechtgevend kind.

Het kinderbijslagfonds mag geen kinderbijslag betalen voor een rechtgevend kind zolang de begindatum van de betalingen voor dat kind niet in het Kadaster ingevoerd is.

Als de einddatum van de betalingen ingevuld is, mag die niet vóór de begindatum van het recht op betalingen vallen. Als die datum ingevuld is, mag die ook niet vallen vóór de geboortedatum van het rechtgevend kind en hij mag pas ingevuld worden als de betalingen daadwerkelijk stopgezet worden.

Het kinderbijslagfonds mag in geen geval een einddatum van integratie invoeren die meer dan 3 maanden verder in de toekomst ligt.
Het kinderbijslagfonds mag voor het rechtgevend kind geen kinderbijslag betalen die niet beantwoordt aan de correcte rechtssituatie zoals weergegeven in het Kadaster van de kinderbijslag.

Voor kinderen geboren na 30 juni 1966 mag de einddatum van de betalingen voor het rechtgevend kind niet vallen na de laatste dag van de maand waarin ze 25 jaar worden.

De einddatum van de betalingen voor het rechtgevend moet altijd de laatste dag zijn van de laatste maand waarvoor ze recht hebben op kinderbijslag.

In eenzelfde dossier mogen de periodes van geldige betaling voor een rechtgevend kind elkaar niet (gedeeltelijk) overlappen.

Alle geldige betaalperiodes voor het kind moeten begrepen zijn in het geheel van de integratieperiodes van het kind en in het geheel van de betaalperiodes voor de bijslagtrekkende.

Er mag geen periode van betaling voor een rechtgevend kind zijn zonder een periode van betaling aan de bijslagtrekkende.
Als een kinderbijslagfonds verder betaalt, mag geen einddatum van de betalingen ingevuld zijn.

Een kinderbijslagfonds mag ook niet systematisch een einddatum van de betalingen invullen en die dan regelmatig uitstellen.

Het Kadaster moet het dossier weergeven zoals het is en mag niet gebruikt worden om het einde van het recht op een toeslag voor een kind met een handicap, het vooropgestelde einde van een leercontract, het einde van de periode met recht op kinderbijslag voor een jonge werkzoekende, het einde van het onvoorwaardelijke recht enz. aan te geven.

Als de einddatum van de betalingen ingevuld is, is dat wel degelijk omdat het kinderbijslagfonds al dan niet informatie heeft ontvangen op basis waarvan het kan stoppen met betalen.

Als het kinderbijslagfonds later gegevens ontvangt op basis waarvan ze opnieuw kan betalen en er dus na een nieuwe beslissing opnieuw betaald wordt nadat de betalingen voor het rechtgevend kind minstens een maand onderbroken zijn, creëert het kinderbijslagfonds een nieuwe betaalperiode en vult ze een nieuwe begindatum van de betalingen in.

In de historiek van de betalingen kunnen de betalingen dus (meerdere keren) onderbroken zijn.

Bij overlijden van een rechtgevend kind moet in de zone voor de einddatum van de betalingen de laatste dag van de overlijdensmaand van dat kind ingevuld worden.

Als een rechtgevend kind bijslagtrekkende is voor zichzelf moet het twee keer in het kadaster opgenomen worden: als bijslagtrekkende en als rechtgevend kind.

Provisionele betalingen

Provisionele betalingen door een kinderbijslagfonds binnen de nationale verdeling moeten, zelfs ondanks het bevoegdheidsbesluit, voor het Kadaster beschouwd worden als geldige betalingen als ze niet leiden tot een regularisatie tussen kinderbijslagfondsen.

Bevoegdheidsbesluit:

Adoptiepremie

Het kinderbijslagfonds dat de adoptiepremie betaald heeft, voert de werkelijke betaaldatum in het Kadaster in voor het rechtgevend kind, zoals opgenomen in de eigen interne database van het kinderbijslagfonds.

Een kinderbijslagfonds mag in geen geval een datum van betaling van de adoptiepremie invoeren die meer dan 3 maanden verder in de toekomst ligt.

Top