Winstgevende activiteit

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Een student ouder dan 18 jaar in het niet-hoger of hoger onderwijs, een stagiair of een jongere die aan zijn eindverhandeling werkt én die een winstgevende activiteit uitoefent

Een winstgevende activiteit is elke activiteit in het kader van een arbeidscontract of een statuut, of elke activiteit als zelfstandige.

 of een sociale uitkering ontvangt, heeft verder recht op kinderbijslag als hij, naast de studie- of opleidingsvoorwaarden, aan de onderstaande voorwaarden voldoet. 

Een uitkering op grond van een Belgische of buitenlandse regeling voor ziekte, invaliditeit, werkloosheid, loopbaanonderbreking, arbeidsongevallen of beroepsziekte.

Winstgevende activiteit

Een winstgevende activiteit leidt niet tot schorsing van het recht op kinderbijslag als ze uitgeoefend wordt:

  • in het eerste, het tweede en/of het vierde kalenderkwartaal, op voorwaarde dat de student hoogstens 240 uren werkt per kwartaal;

Alleen de uren waarin daadwerkelijk gewerkt is, tellen mee. Dagen of uren van bezoldigde afwezigheid (feestdagen, afwezigheidsdagen met gewaarborgd loon wegens arbeidsongeschiktheid of andere afwezigheden) worden niet meegeteld.

Werkt een student meer dan 240 uren, dan wordt zijn recht op kinderbijslag geschorst voor het volledige kwartaal. Zelfs als de student niet in alle maanden van het kwartaal werkt. De schorsing beperkt zich alleen tot dat kwartaal als op de DmfA een datum van uitdiensttreding staat.

Staat op de DmfA geen datum van uitdiensttreding, dan gaat men ervan uit dat de beroepsactiviteit voortduurt na het lopende kwartaal. In dat geval loopt de schorsing van de kinderbijslag verder na het kwartaal waarin de activiteit van meer dan 240 uren werd aangevat.

Voorbeelden

Bart studeert aan de universiteit en werkt daarnaast van 5 januari 2010 tot 28 februari 2010 in een restaurant. Hij werkt in die periode meer dan 240 uren. Zijn recht op kinderbijslag wordt geschorst vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 maart 2010 (eerste kwartaal 2010). Vanaf 1 april 2010 heeft Bart terug recht op kinderbijslag.

Ester studeert aan een hogeschool en werkt sinds 10 januari 2010 ook in een broodjeszaak. In het eerste kwartaal werkt ze meer dan 240 uren. De DmfA vermeldt geen datum van uitdiensttreding. Haar recht op kinderbijslag wordt geschorst vanaf 1 januari 2010. In het tweede kwartaal werkt Ester minder dan 240 uren. De DmfA van dat kwartaal vermeldt als datum van uitdiensttreding 31 mei 2010. Ester zal terug recht hebben op kinderbijslag met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2010.

  • in de zomervakantie tussen twee school- of academiejaren in. De student mag dan onbeperkt werken.
Juli en augustus in het niet-hoger onderwijs. Juli, augustus en september in het hoger onderwijs.
  • in de laatste zomervakantie, op voorwaarde dat de student in het derde kwartaal hoogstens 240 uren werkt.

Tegelijk student en werkzoekende

Als de student in de laatste zomervakantie ook ingeschreven is als werkzoekende, dan worden bij een winstgevende activiteit de gunstigste voorwaarden toegepast.

Sociale uitkering

Een sociale uitkering wegens ziekte, invaliditeit, arbeidsongeval of beroepsziekte uit een Belgische of buitenlandse regeling, staat het recht op kinderbijslag niet in de weg als die volgt uit een toegelaten winstgevende activiteit.

Een winstgevende activiteit van niet meer dan 240 uren.

De student heeft echter geen recht op kinderbijslag als hij:

  • een sociale uitkering ontvangt uit een Belgische of buitenlandse werkloosheidsregeling;
  • als hij een uitkering voor loopbaanonderbreking ontvangt.
Top