ZELFSTANDIGE

MO 466 van 31 oktober 1988 - Toepassing van Art. 56octies, 4e lid, van de SWKL - Werknemer die van een onderbrekingsuitkering geniet - Uitoefening van een zelfstandige activiteit

  Luidens artikel 56octies, vierde lid van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, kan de werknemer die van een uitkering wegens loopbaanonderbreking geniet geen rechthebbende zijn in de kinderbijslagregeling voor werknemers als hij recht heeft op kinderbijslag in...

MO 485 van 23 juli 1990 - Vaststelling van hoofdzakelijk uitgeoefend beroep - Toepassing van artikel 59 van de SWKL

  De programmawet van 22 december 1989 heeft de veralgemening van het recht op maandelijkse kinderbijslag en trimestrialisering ingevoerd. Bij de uitbreiding van dit recht werden maatregelen genomen teneinde het recht op gezinsbijslag in de regeling waarin de hoofdactiviteit wordt uitgeoefend, in...

4 april 1991 - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3bis van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, houdende de vaststelling van bedragen die bij wijze van voorschot worden betaald (BS 5.7.1991)

Artikel 1. De gewaarborgde gezinsbijslag wordt bij wijze van voorschot toegekend aan het in artikel 40 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders bepaalde bedrag, eventueel verhoogd met de in artikel 44 of 44bis, naargelang het geval, van dezelfde wetten bepaalde...

Artikel 1 van de Algemene kinderbijslagwet

Voor de toepassing van deze wet, moet worden verstaan onder : 1° "werknemer" : de persoon die verbonden is door een arbeidsovereenkomst; 2° "zelfstandige" : de zelfstandige, de helper of de medewerkende echtgenoot in de zin van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van...

Artikel 1/1 van de Algemene kinderbijslagwet

Is onderworpen aan deze wet : 1° ieder die gevestigd is in België of verbonden aan een in België gevestigde exploitatiezetel en personeel tewerkstelt krachtens een arbeidsovereenkomst; 2° ieder die in België een beroepsbezigheid als zelfstandige uitoefent en die is aangesloten bij een sociale...

Artikel 171 van de Algemene kinderbijslagwet

FAMIFED en het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen dienen elkaar, voor zover vereist, te ondersteunen bij de toepassing van deze wet.

Artikel 175/1 van de Algemene kinderbijslagwet

Het statutaire doel van de voor 1 juli 2014 toegelaten kinderbijslagfondsen, wordt uitgebreid tot de verdeling van de kinderbijslagen, de kraamgelden en de adoptiepremies voor de zelfstandigen.

Artikel 175/3 van de Algemene kinderbijslagwet

De sociale verzekeringsfondsen blijven bevoegd voor de betaling en terugvordering van gezinsbijslag die betrekking heeft op een periode vóór 1 juli 2014.

Artikel 175/4 van de Algemene kinderbijslagwet

De wetsbepalingen die niet strijdig zijn met deze wet, waarbij verwezen wordt naar bepalingen van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, worden geacht te verwijzen naar de overeenkomstige bepalingen in deze wet.

Artikel 175/5 van de Algemene kinderbijslagwet

De algemene en individuele afwijkingen die werden toegekend krachtens het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, blijven van kracht voor de toepassing van deze wet.

Pages

Top