VERMOEDEN VAN OPVOEDING VAN HET KIND \ TEGENBEWIJS

Informatienota 1988/18: - Art. 51, 2de alinea, 6°, art. 55, art. 56sexies, art. 56septies en art. 106 G.W. - Recht van broers of zusters die geen deel uitmaken van het gezin, wanneer er een aanvullend recht bestaat (art. 56septies G.W.).

De vraag is gesteld of het recht dient te worden ontzegd aan broers of zusters die geen deel uitmaken van het gezin (art. 51, 2, 6° G.W.), zelfs zo een aanvullend recht bestaat (art. 56septies G.W.) en of de kinderbijslag moet worden uitgekeerd uit het reservefonds van de Rijksdienst dan wel of men...

MO 523 van 18 mei 1993 - Aanwijzing van de bijslagtrekkende, wat de niet in Art. 69, §2 G.W. bedoelde minderjarige kinderen betreft, die niet bij hun ouders verblijven

  Er werd vastgesteld dat de beslissingen die genomen werden inzake de aanwijzing van de bijslagtrekkende, wat het minderjarig kind betreft, dat niet bij zijn ouders verblijft, niet altijd overeenstemmen. Wanneer de kinderbijslag niet kan worden uitbetaald aan dit kind, overeenkomstig artikel 69...
Top