Situatie
Een weduwe ontvangt verhoogde wezenbijslag voor haar dochter. Ze neemt in haar gezin een buitenlandse student op van meer dan 18 jaar in het kader van een uitwisselingsprogramma voor studenten van Rotary International.
De student is ingeschreven op het adres van de weduwe. Die situatie doet vermoeden dat er sprake is van een feitelijk gezin, waardoor zij geen recht meer zou hebben op de verhoogde wezenbijslag. De weduwe verklaart dat zij geen feitelijk gezin vormt met de student.
Advies
Omdat de student gelijkgesteld kan worden met een rechtgevend kind vormen de weduwe en de student geen feitelijk gezin en kan de verhoogde wezenbijslag worden toegekend.
Rechtvaardiging
De gewone wezenbijslag wordt toegekend als de overlevende ouder een feitelijk gezin vormt met een persoon die geen bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad.
De inschrijving van de bijslagtrekkende en een niet verwante persoon op hetzelfde adres doet vermoeden dat ze een feitelijk gezin vormen.
De studentenuitwisseling voorziet niet in een kostenvergoeding voor het gastgezin: de opname van een buitenlandse student door een gezin compenseert gewoon de opname van het kind van dat gezin in het buitenland.
De niet-verwante persoon die nog kinderbijslag kan ontvangen op het ogenblik dat hij bij de bijslagtrekkende komt wonen, kan gelijkgesteld worden met een verwant tot de derde graad, behalve als er aanwijzingen zijn voor het tegendeel, namelijk dat de personen in kwestie als koppel samenwonen.
Rekening houdend met de context van niet-vergoede studentenuitwisseling kan de in het gezin opgenomen buitenlandse student gelijkgesteld worden met een rechtgevend kind. Het vermoeden dat het om een feitelijk gezin gaat, is daarmee weerlegd.